Premier Kostov van Macedonië stapt op
Premier Hari Kostov van Macedonië is maandag vanwege aanhoudende onenigheid met een etnisch Albanese partij in zijn regeringscoalitie afgetreden. „Een van de coalitiepartners promoot de partijbelangen, nepotisme en corruptie”, zei Kostov, die pas sinds mei premier is, bij de bekendmaking van zijn ontslag.
Kostov doelde daarmee op de Albanese Unie voor Integratie, die in 2001 een korte opstand van etnische Albanezen tegen de Macedonische regering leidde. Een woordvoerder van de etnisch Albanese partij zei volledig verrast te zijn door het besluit van de premier. „We hebben vaak gezegd dat de samenwerking met de premier goed is en dat de conflicten in de regering opgelost worden met discussies en overeenstemming, niet met botsingen”, zei woordvoerder Ermira Mehmeti.
Kostov verklaarde te zijn afgetreden omdat hij naar zijn mening te weinig macht heeft over de etnisch Albanese ministers in zijn kabinet. Vooral de eis van de ministers dat alleen zij het recht zouden moeten hebben om hun volksgenoten op hoge overheidsposten te benoemen, stuitte de premier tegen de borst. Hij legde uit dat de afgelopen weken twee belangrijke economische wetten op de plank waren blijven liggen omdat de etnisch Albanese ministers hadden gezegd dat hun goedkeuring van de wetten afhing van de benoeming van vijftien Albanese staatsfunctionarissen.
„Ik ben niet bereid zo te werken, vooral niet omdat ik het gevoel heb dat dit in de toekomst ook de praktijk zal zijn”, zei Kostov. „Ik zie mijn aftreden niet als een persoonlijke nederlaag, zwakte, een ontsnapping aan mijn verantwoordelijkheden of een emotionele reactie.”
De regeringscrisis in Macedonië komt boven op de al hoog opgelopen politieke spanning in het land. Vorige week werd in Macedonië een referendum gehouden over een pakket wetsvoorstellen over de rechten van de etnisch Albanese minderheid in het land. Premier Kostov had het pakket, dat de Albanezen in een aantal gemeenten de macht moet geven, eerder met steun van de internationale gemeenschap door het parlement geloodst. Maar de nationalistische oppositie, die fel tegen de plannen is, eiste een referendum. Tot grote opluchting van de regering was de opkomst op het referendum met 26 procent veel te klein om de stemming geldig te verklaren.