De ministers van Financiën van het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Italië, Japan, Canada, Duitsland en de Verenigde Staten zijn in Londen bijeen om te praten over het plan van het Witte Huis voor een internationaal minimumtarief. De Amerikaanse president Joe Biden wil het zo minder aantrekkelijk maken voor bedrijven om via postbusfirma’s in landen met een gunstig fiscaal klimaat belastingen elders te ontwijken. Zaterdag gaan die gesprekken verder en wordt na afloop naar verwachting een verklaring naar buiten gebracht.

De G7-leden behoren tot de landen met de grootste economieën ter wereld. Een akkoord tussen de landen zou een voorwaarde zijn voor een bredere overeenkomst die dan wordt besproken op een bijeenkomst van de G20 in juli. Het zou onder andere grote Amerikaanse techbedrijven als Apple, Facebook, Google en Amazon dwingen om belastingen te betalen in landen waar ook de omzetten worden behaald.

Later zouden dan besprekingen met ongeveer 135 landen moeten plaatsvinden over het belastingplan onder de hoede van de Organisatie voor Economische Samenwerking & Ontwikkeling (OESO). Dat zou kunnen leiden tot de grootste verandering in de internationale vennootschapsbelasting in een eeuw.

De G7-top wordt voorgezeten door de Britse minister van Financiën, Rishi Sunak. Hij zei dat de hele wereld toekijkt of er een belastingakkoord kan worden gesloten. „We kunnen niet blijven vertrouwen op een belastingsysteem dat grotendeels is ontworpen in de jaren 20 van de vorige eeuw”, zei Sunak. Le Maire stelde dat een overeenkomst een belangrijk signaal zou afgeven dat de G7 nog steeds invloedrijk is.

Volgende week vrijdag begint in de badplaats Carbis Bay in Cornwall in het zuidwesten van Engeland een top van de leiders van de G7-landen, onder leiding van premier Boris Johnson. Hier zal ook president Biden aan deelnemen. Daar zal het internationale belastingtarief eveneens op de agenda staan.