IAEA bezorgd over onverklaarbare sporen uranium in Iran
De atoomwaakhond van de Verenigde Naties, het Internationale Atoomenergie Agentschap (IAEA), is bezorgd over de vondst in Iran van sporen van uranium op plekken waar die normaal gesproken niet konden zijn. Het zijn drie plekken die niet zijn opgegeven door de Iraanse atoomenergieautoriteiten als plaatsen waar de vondst een logische verklaring heeft. Uitleg geeft Iran nog steeds niet, klaagt de IAEA in een tussentijds rapport.
Na maanden heeft Iran nog steeds niet uitgelegd waarom er op de drie plaatsen door inspecteurs van de IAEA nucleaire materialen zijn gevonden. De baas van de IAEA, Rafael Grossi, hoopte dat er uitleg zou komen. Hij heeft eerder dit jaar daarom mede voorkomen dat het bestuur van de IAEA felle kritiek op Teheran zou spuien. Maar nu klaagt de IAEA dan toch over de Iraanse geheimzinnigheid.
Het tussentijdse rapport kan tot nieuwe wrijvingen leiden tussen met name Iran en de westerse mogendheden Duitsland, Frankrijk, Groot-Brittannië en de VS. Die grote landen proberen samen met China en Rusland een internationaal akkoord met Iran over de nucleaire projecten van dat land uit 2015 nieuw leven in te blazen. Het akkoord was gestrand omdat de toenmalige Amerikaanse president Trump het in 2018 opzegde en Iran meer sancties oplegde.
Iran wordt er al decennia door landen met kernwapens van beschuldigd dat het ook nucleaire wapens wil maken. Iran heeft dat altijd ontkend. Het zou kernenergie willen om meer olie voor de export te kunnen gebruiken. Met dit doel voor ogen is het Iraanse kernenergieprogramma ooit met Amerikaanse hulp opgezet ten tijde van sjah Reza Pahlavi (1919-1980).