CBS: Brede welvaart gaat niet voor iedereen op
Niet alle groepen hebben het in Nederland even goed qua brede welvaart. Dat berekende het Centraal Bureau voor de Statistiek woensdag.
In de zogeheten Monitor Brede Welvaart & de Sustainable Development Goals 2021 becijfert het statistiekbureau hoe het gesteld is met de welvaart in Nederland. Hierbij wordt niet alleen naar het economische aspect gekeken, maar ook naar ecologische en sociaal-maatschappelijke factoren die het welvaartspeil beïnvloeden. Zo spelen factoren als gezondheid, onderwijsniveau en de kwaliteit van de leefomgeving een rol. Al die elementen samen vormen het concept brede welvaart.
Het CBS stelt vast dat vooral hoogopgeleide Nederlanders zonder migratie-achtergrond het beter voor elkaar hebben op het gebied van brede welvaart. Laagopgeleide Nederlanders met een niet-westerse migratieachtergrond hebben een lagere brede welvaart.
Uit eerder onderzoek van het CBS in 2019 kwam bleek al dat de brede welvaart niet gelijk verdeeld is. In het coronajaar 2020 kwam daarin weinig verandering. De coronacrisis heeft dus nauwelijks een effect gehad op de brede welvaart. Groepen die in 2019 op bepaalde brede-welvaartsindicatoren afweken van het gemiddelde deden dat in 2020 meestal nog steeds.
Bovengemiddeld
Op 10 van die 17 indicatoren komen hoogopgeleiden in 2020 bovengemiddeld uit. Het gaat dan bijvoorbeeld over tevredenheid met het leven, de eigen-gezondheidservaring, het hebben van betaald werk en het hebben van vertrouwen in andere mensen. In 2019 kwamen hoogopgeleiden op 11 indicatoren bovengemiddeld uit.
Laagopgeleiden komen, net als in 2019, op twee indicatoren bovengemiddeld uit. In 2020 was dat het geval bij de indicatoren over tevredenheid met de hoeveelheid vrije tijd en het ervaren van last van milieuvervuiling in de woonomgeving.
Mensen zonder migratieachtergrond komen in 14 gevallen bovengemiddeld uit (op 16 indicatoren in 2019). Mensen met een niet-westerse migratieachtergrond komen, net als in 2019, op geen enkele indicator bovengemiddeld uit.
De verdeling van de brede welvaart meet het CBS aan de hand van scores op maximaal 21 indicatoren, verdeeld over de thema’s welzijn, materiële welvaart, gezondheid, arbeid en vrije tijd, wonen, samenleving, veiligheid en milieu. Voor 17 van de 21 indicatoren is informatie beschikbaar over 2019 en 2020.
Onderwijsniveau
Het statistiekbureau heeft de volgende kenmerken in het onderzoek meegenomen: leeftijd, geslacht, opleidingsniveau en migratieachtergrond. Het onderwijsniveau speelt uiteindelijk de belangrijkste rol. „Als we rekening houden met de onderlinge samenhang van deze kenmerken, blijkt het (hoogst behaalde) onderwijsniveau het meest van belang voor het aantal indicatoren waarop mensen een gunstige of ongunstige uitkomst hebben. Daarna volgen leeftijd en migratieachtergrond”, aldus de rapportschrijvers.