De Heemskerker kampt met beginnende dementie en de dochter had een verstandelijke en lichamelijke beperking. Volgens de verdachte was zijn dochter niet meer gelukkig in de instelling waar zij verbleef en vertelde ze hem een half jaar voor haar overlijden geregeld dat zij dood wilde. Enkele getuigen ondersteunen deze verklaring. Op de ochtend van 21 juni haalde de man zijn dochter op uit de instelling. Ze overleed nadat hij haar gas uit het gasfornuis had toegediend.

Volgens de rechtbank is er in dit geval geen sprake geweest van levensbeëindiging op verzoek. Uit verklaringen van de man blijkt dat het zijn eigen idee was om het leven van zijn dochter die ochtend te beëindigen. Ze hebben toen niet gecommuniceerd over zijn plan en de wijze waarop hij dat wilde uitvoeren. De dochter heeft haar doodswens niet ondubbelzinnig kenbaar gemaakt, zegt de rechtbank, ook was niet zeker of ze dat überhaupt wel kon.

De vader heeft doelbewust en na kalm beraad gehandeld, aldus de rechtbank. Daarom veroordeelt ze hem voor moord. Wel vindt de rechtbank de man vanwege beginnende dementie verminderd toerekeningsvatbaar.