Van een tiende slachtoffer is niet duidelijk of het leger verantwoordelijk was voor zijn dood. Volgens rechter Siobhan Keegan, die het onderzoek leidde, is het „schokkend” dat de staat geen goed onderzoek heeft gedaan naar deze moord. „Alle overledenen waren op de betreffende dag volkomen onschuldig aan enig vergrijp.”

De tien burgers stierven in Ballymurphy, een woonwijk van katholieken die tegen de Britse overheersing waren. Het was hier drie dagen erg onrustig na de invoering van een nieuw beleid waarbij vermeende militanten zonder proces werden vastgezet. De militairen waren sinds 1969 ter plaatse voor een vredesmissie.

Het is volgens de rechter „overduidelijk” dat het geweld van de militairen onevenredig was. De onderzoeksresultaten werden met applaus verwelkomd door de nabestaanden die op verschillende plekken waren bijeengekomen. Een van hen sprak van gerechtigheid na vijftig jaar. „We hebben de naam van mijn moeder gezuiverd”, aldus de vrouw.

De sterfgevallen in Ballymurphy leidden destijds tot een toename van geweld tijdens het Noord-Ierse conflict, een periode die ook wel The Troubles wordt genoemd. Voordat er met het Goede Vrijdag-akkoord (1998) formeel een einde kwam aan het geweld tussen de Ierse nationalisten en pro-Britse loyalisten, stierven meer dan 3500 mensen.

Het is volgens de rechter niet duidelijk welke militairen verantwoordelijk waren voor de dood van de slachtoffers die het rapport behandelt. Voor de moorden is niemand vervolgd of veroordeeld. De Britse regering wil een wet invoeren waarmee soldaten tijdens The Troubles beter worden beschermd.