PvdA en CDA willen prijsgarantie voor JSF
PvdA en CDA willen dat het kabinet van de Verenigde Staten een prijsgarantie krijgt voor het nieuwe Amerikaanse gevechtsvliegtuig JSF. Het toestel dat wordt gebouwd door Lockheed, is de grootste kanshebber voor de opvolging van de F16.
De beide fracties legden hun wens dinsdag op tafel tijdens het plenaire debat in de Tweede Kamer over het voornemen van het kabinet deel te nemen aan de verdere ontwikkeling van het toestel. Aan deelname hangt een prijskaartje van 858 miljoen euro, een bedrag dat door de staat moet worden voorgeschoten.
Het initiatief van de regering maakt het voor circa 46 Nederlandse bedrijven mogelijk mee te dingen naar lucratieve orders van Lockheed, die een omzet moeten genereren van 8 tot 10 miljard dollar.
Tijdens het debat werd duidelijk dat de VVD het kabinetsvoornemen zonder al te veel reserves steunt. Ook het CDA ziet grote voordelen in deelname, al had het Tweede-Kamerlid Van Ardenne forse kritiek op het ontbreken van een goede regie binnen het kabinet in de aanloop naar het besluit.
PvdA-woordvoerder Timmermans maakte duidelijk dat zijn fractie niet staat te trappelen om zich in het avontuur te storten. Militair gezien is een beslissing pas over vijf tot zeven jaar aan de orde, stelde hij. Om zich door het kabinet te laten overtuigen, moeten voor de PvdA de financiële risico’s helder en aanvaardbaar zijn.
Verder gaat het er bij zijn fractie niet in dat de prijs van het vliegtuig niet uit zal stijgen boven de prijs die momenteel door de regering wordt gehanteerd. Het zou daarom goed zijn als Nederland met de VS een plafond in het aankoopbedrag afspreekt, een idee dat CDA en D66 ondersteunen.
Verder moet deelname aan het JSF-project voor de PvdA een eventuele keuze voor een ander jachtvliegtuig niet bij voorbaat uitsluiten.
Uit de eerste ronde in het debat kwam naar voren dat VVD, CDA en de kleine christelijke partijen geneigd zijn het kabinetsvoorstel te steunen. D66, GroenLinks en SP zien niets in het regeringsvoorstel. PvdA stelt zich „zakelijk en constructief” op, maar behoudt zich het recht voor ’nee’ te zeggen als de betrokken bewindslieden in hun beantwoording onvoldoende overtuigend zijn.