Vijfduizend inwoners Bochum geëvacueerd na vondst vliegtuigbom
In de Duitse stad Bochum zijn donderdag zo’n vijfduizend inwoners geëvacueerd na de vondst van een vliegtuigbom uit de Tweede Wereldoorlog. Het explosief werd gevonden bij bouwwerkzaamheden.
Onder meer het centraal station van de stad in het Ruhrgebied moest worden geëvacueerd na het aantreffen van de Britse vliegtuigbom. Het explosief van tien ton werd ’s avonds gecontroleerd tot ontploffing gebracht, waarop de geëvacueerden weer terug naar hun huizen konden, aldus de brandweer.
De 5000 geëvacueerden woonden in de straal van 500 meter rond de vindplaats van de bom, in het centrum van Bochum. Binnen dat gebied zijn ook drie ziekenhuizen en meerdere verzorgingstehuizen.
Tijdens de evacuatie deelden de lokale autoriteiten zo’n 3000 mondkapjes uit en werden er 800 sneltesten op corona uitgevoerd. Bij de operatie waren in totaal zo’n 440 hulpdienstmedewerkers betrokken, onder wie veel vrijwilligers.
Het gebeurt in Duitsland geregeld dat grote aantallen mensen in dichtbevolkte steden moeten worden geëvacueerd na de vondst van een vliegtuigbom uit de Tweede Wereldoorlog. Eind januari moesten in de Nedersaksische stad Göttingen achtduizend inwoners worden geëvacueerd zodat vier bommen onschadelijk gemaakt konden worden.