Apollo 11-astronaut Michael Collins (90) overleden
Astronaut Michael Collins, die in 1969 met de eerste bemande maanlandingsvlucht Apollo 11 meereisde, is op 90-jarige leeftijd overleden, heeft zijn familie bekendgemaakt. Hij werd ook wel de ‘vergeten astronaut’ genoemd.
Commandant Neil Armstrong en mede-astronaut Buzz Aldrin zetten op 20 juli 1969 na vertrek vanuit Cape Canaveral in Florida voet op de maan. Collins moest in een baan rond de maan wachten, terwijl zijn twee collega’s afdaalden. Honderden miljoenen mensen wereldwijd zagen op de buis dat Armstrong als eerste mens de maan betrad. „Een kleine stap voor de mens, een grote stap voor de mensheid”, zei hij.
Armstrong en Aldrin verbleven een paar uur op de maan. Op 24 juli plonsde de capsule met hen en Collins in de Grote Oceaan. Na een heldenonthaal in eigen land gingen ze op wereldtournee.
Armstrong overleed in 2012 op 82-jarige leeftijd. Collins zei destijds dat hij Armstrong erg zou missen. Aldrin is 91 jaar en woont in de Verenigde Staten.
Collins maakte zijn eerste ruimtereis in 1966. Zijn tweede en laatste ruimtevlucht was die met de Apollo 11. Zijn sterkste herinnering daaraan was het kijken naar de aarde, waarvan hij zei dat die „kwetsbaar” leek. Hij overleed aan de gevolgen van kanker, meldt zijn familie in een verklaring. „Mike ging de uitdagingen van het leven altijd tegemoet met gratie en nederigheid en deed dat ook bij zijn laatste uitdaging”, aldus zijn familie. „We zullen hem vreselijk missen. Maar we weten ook hoe gelukkig Mike was met het leven dat hij heeft geleefd.”
President Joe Biden memoreert Collins’ tijd in de luchtmacht en bij ruimtevaartorganisatie NASA, zijn werk voor het ministerie van Buitenlandse Zaken en zijn „leiderschap” bij het Smithsonian National Air and Space Museum. Collins kreeg weliswaar niet de roem die Armstrong en Aldrin ten deel viel, maar hij was wel een „gelijke partner die ons land herinnerde aan het belang van samenwerking bij het bereiken van grote doelen”, aldus Biden in een verklaring.