Opvallend veel vrouwen in ”loya jirga” Afghanistan
De organisatoren van een ”loya jirga” in Afghanistan hebben zondag duidelijk gemaakt hoe de nationale volksvergadering, die op 10 juni voor zes dagen bijeenkomt, er ongeveer uit gaat zien. Opvallend is dat 160 zetels worden gereserveerd voor vrouwen en slechts zes voor islamitische schriftgeleerden.
„We hopen dat de loya jirga het symbool van nationale eenheid zal zijn”, zei de commissie die de vergadering voorbereidt. Commissievoorzitter Ismail Qasimyar zei ook dat de Afghaanse ex-koning Mohammed Zahir Shah, die de loya jirga officieel bijeen moet roepen, op 16 april naar Afghanistan zal terugkeren. Zijn komst werd eerder om veiligheidsredenen uitgesteld.
Van de ruim 1500 leden van de loya jirga zullen er 1051 indirect worden gekozen. Dat wil zeggen dat traditionele dorpsvergaderingen kiesmannen en -vrouwen zullen aanwijzen die op districtsniveau bij geheime stemming vertegenwoordigers uit hun midden kiezen om het district in de raad te vertegenwoordigen. Daarnaast worden 464 zetels aan specifieke groepen uit de maatschappij toebedeeld. Vrouwen bijvoorbeeld krijgen 160 zetels, vluchtelingen 100, universiteiten 39 en de huidige interim-regering 30.
Dat er voor moslimgeleerden maar zes zetels zijn gereserveerd, wekte onmiddellijk kritiek. Ayatollah Sadiqi Parwani, een vooraanstaande geestelijke in Kabul, zei dat hij het eens was met het idee om vrouwen veel zetels te geven, maar zes zetels voor „religieuze persoonlijkheden” ronduit vernederend vond. Dan was geen zetel nog beter geweest, zei hij. Te verwachten valt dat onder de gekozen afgevaardigden ook nog een aantal geestelijk leiders zal zijn. Maar Parwani wees erop dat de loya jirga die in 1964 bijeen kwam om een grondwet te schrijven, nog voor het grootste deel uit geestelijken bestond.
Het plan voor een loya jirga is in december onder Duitse bemiddeling totstandgekomen bij onderhandelingen tussen de Afghaanse facties in Bonn. De speciale vertegenwoordiger van de Verenigde Naties in Afghanistan, Karl Fischer, sprak de hoop uit dat alle Afghaanse partijen zich „naar letter en geest” zullen houden aan wat in Bonn overeen is gekomen.
De kritiek die meteen al loskwam, wakkert echter bij velen de angst aan dat de Afghaanse facties die de afgelopen jaren al zo vaak tegenover elkaar hebben gestaan, de wapens op zullen nemen om zich van invloed in de loya jirga te verzekeren. Hoe dergelijke druk kan worden weerstaan, is onduidelijk. Qasimyar suggereerde dat de interim-regering voor veiligheid moet zorgen, maar deze beschikt niet over een landelijke politiemacht of volwaardig leger. Hij zei dat in New York gepraat wordt over uitbreiding van de internationale vredesmacht naar de provincies, maar gaf toe dat de kans daarop uitermate klein is.