EU erkende 5 procent minder asielzoekers in 2020
De 27 EU-lidstaten hebben vorig jaar 281.000 asielzoekers een beschermde status toegekend, 5 procent minder dan in 2019. Van hen werden 127.700 personen (45 procent) in 2020 als vluchteling erkend, meldt het Europees bureau voor de statistiek Eurostat. Aan 80.700 mensen (29 procent) werd asiel verleend op humanitaire gronden zoals geloofsvervolging in het thuisland en aan 72.600 (26 procent) omdat zij een zwaar risico lopen op bijvoorbeeld foltering of de doodstraf bij terugkeer naar eigen land.
De meeste asielzoekers die vorig jaar in de EU bescherming zochten en vonden zijn afkomstig uit Syrië (27 procent). Al sinds 2012 vormen Syriërs, gevlucht voor de oorlog in hun thuisland, de grootste groep asielzoekers in de EU. Vorig jaar nam Duitsland 60 procent van hen op.
Sinds Venezuela gebukt gaat onder een uiterst links regime en kampt met een economische crisis en voedseltekorten, verlaten ook Venezolanen in grote aantallen hun land. In 2020 kregen 47.100 Venezolanen een beschermde status in de EU, vooral in Spanje, dat 96 procent van hen asiel verleende.
Ook de asielaanvragen van 42.200 (15 procent) Afghanen werden gehonoreerd. Duitsland nam ruim een derde van hen op.
Vijf landen waren vorig jaar goed voor 80 procent van de toegewezen asielaanvragen: Duitsland, Spanje, Griekenland, Frankrijk en Italië.