In De Schoof in Hendrik-Ido-Ambacht verdween de schoenenzaak
De speelgoedwinkel en schoenenzaak verdwenen uit winkelcentrum De Schoof in Hendrik-Ido-Ambacht. „Het is minder gezellig.”
Achter zijn computer bestelde Maarten (32) zondagavond een koffiebonenmachine. Een paar uur later werd het apparaat bij hem afgeleverd. „Makkelijk, je hoeft het huis niet uit”, zegt de shagrokende jongeman maandagmiddag bij de Jumbo in winkelcentrum De Schoof in Hendrik-Ido-Ambacht. In die plaats daalde het aantal fysieke winkels vorig jaar met 14 procent, bericht het CBS dinsdag. Daarmee is de gemeente de grootste daler.
De aankoop van Maarten illustreert de trend dat steeds meer jongeren online spullen kopen. Dat nekt menig fysieke winkel. Ook in De Schoof, vanouds hét winkelcentrum in Hendrik-Ido-Ambacht. Tot zijn spijt zag de jongeman bijvoorbeeld de Marskramer (huishoudelijke artikelen) verdwijnen. „Daar kon je een goed aardappelschilmesje kopen.” Ook speelgoedzaak Intertoys legde het loodje. „Ik kocht daar spelletjes voor Playstation”, zegt de 22-jarige Stefan, winkelwagentje binnen handbereik.
Bakker
Voor „standaard levensvoorzieningen” bezoekt Maarten zeker nog De Schoof, dat pakweg 40 winkels telt. „Je hebt hier een goeie bakker.” Op kledinggebied is het aanbod beperkt, vindt de dertiger. „Je kunt hier terecht voor het keurige segment. Wil je er wat hipper uitzien, dan moet je naar Dordrecht of Rotterdam.”
In De Schoof is afgelopen jaren nogal geschoven met panden. Action vestigde zich ongeveer twee jaar geleden en moest een publiekstrekker worden. Supermarkt Jumbo gaat uitbreiden.
Kritische geluiden klinken er op straat over de ontwikkeling van het winkelcentrum. „Kleinere boetiekjes verdwenen. En ik vond De Schoof al niet heel gezellig. Het winkelcentrum is niet overdekt en daardoor kan het koud worden”, zegt Maxine Akkermans (30). In de kinderwagen ligt dochterlief van een paar weken jong. Dat webshops fysieke winkels verdringen, vindt de jonge moeder „jammer”. „Maar daar is niks aan te doen. Zo zijn de tijden.” Zelf is ze niet zo’n fan van online winkelen. „Zeker in coronatijd vind ik het fijn om naar een winkel te gaan. Dan ben ik er toch even uit.”
Aardbeien
Twintiger Rik, zelf verkoper in een van de winkels, is niet bijster positief over het winkelcentrum. „De sfeer is hier weg”, sombert de jongeman. „Ik zou het niet snappen als mensen uit omliggende plaatsen als Ridderkerk, Dordrecht en Zwijndrecht voor een gezellig uitje naar De Schoof komen.”
Het aanbod in het winkelcentrum in Hendrik-Ido-Ambacht verschraalde, vindt Rik. „Schoenen en speelgoed kun je hier niet meer kopen. Ook de groenteboer is weg. Zeker ouderen herinneren zich hoe de groenteboer stuntaanbiedingen had. Dan moest je je bij wijze van spreken aansluiten in de rij voor aardbeien.”
Fan van online winkelen is Rik niet. Zeker kleding schaft hij niet via het web aan. „Ik betaal in een fysieke winkel wel een paar euro extra. Ik heb geen zin in gedoe, zoals het terugsturen van online gekochte spullen.”
De Schoof is een zorgenkindje, beaamt het echtpaar Zoeteman. Hij heeft net twee broeken en twee overhemden aangeschaft in een modezaak in het winkelcentrum. De twee zestigers zagen afgelopen jaren dat nogal wat winkelpanden leeg stonden. Zij: „Dat is niet gezellig. Jammer dat sommige ondernemers hier hun brood niet meer kunnen verdienen.”
Online shoppen is aan haar niet besteed. „Wij zijn nog van de oude stempel. Schoenen, die ik bijvoorbeeld in Ridderkerk koop, moet ik in een winkel zelf voelen en passen.”
Horloge
Ratelend zakt het rolluik van juwelier Stoopman voor het raam. Eigenaar Robbert Stoopman is allerminst pessimistisch over de toekomst van De Schoof. Ja, erkent de juwelier, consumenten schaffen achter hun pc spullen aan. Die trend keer je niet meer. Maar toch blijven ze fysieke winkels bezoeken. „Ze willen een horloge aan hun pols voelen, voordat ze dat horloge kopen. En sommige consumenten beseffen dat online winkelen ook niet alles is, bijvoorbeeld als ze merken dat ze een namaakproduct krijgen thuis gestuurd.”
Leegstand in de Schoof valt wel mee, relaltiveert de juwelier sombere verhalen. „Er is zelfs op leegstand gebouwd.”
Sportwinkel
Een soortgelijk punt maakt ook ook Frank Glimmerveen, voorzitter van de winkeliersvereniging De Schoof. Hij spreekt over „strategische leegstand”. „Er is nogal wat geschoven in ons winkelbestand. Het valt echt wel mee met de leegstand in De Schoof.”
Glimmerveen verheelt niet dat hij de pakweg 30.000 inwoners van Hendrik-Ido-Ambacht liever een uitgebreider aanbod zou willen presenteren. „We zouden er graag een schoenenzaak en een sportwinkel bij hebben. Maar de trend is dat grootschalige sportwinkels zich ergens op een industrieterrein vestigen in grote panden.”
Fysieke winkels moeten online shoppen omarmen, denkt Glimmerveen, eigenaar van modezaak King Jeans & Casuals. „Zelf hebben we ook een webshop. Het is én én. Samen moeten we de taart verdelen. Voor fysieke winkels blijft een markt. Lokaal zijn mensen toch gehecht aan specifieke winkels. Ze kennen de eigenaren en dat vinden ze fijn.”
Glimmerveen zegt optimistisch te zijn over de toekomst van De Schoof. „Hier in de buurt worden woningen gebouwd. Dat betekent extra klanten.” Over verhalen dat de huurprijs voor winkelpanden in De Schoof erg hoog is, zegt hij: „Dat zijn marktconforme prijzen.”
Midden-Oosten
Een muziekje schalt tegen zes uur door de stille straten van De Schoof. Het pand van het failliete D-reizen zit dicht. Het drukst is het bij de Jumbo, grenzend aan de grote parkeerplaats.
De 38-jarige Marloes, mondkapje op, vindt het winkelcentrum „prima.” Ze beperkt haar inkopen tot het hoogst noodzakelijke. Zij en haar partner verloren hun baan. De coronapandemie hakt erin. „Ik werkte in de reisbranche, verre bestemmingen, zoals het Midden-Oosten. Hoewel ik nu weer in deeltijd werk, is ons inkomen er flink op achteruit gegaan. Kledingwinkels ga ik dus niet in.”