Sfeer in de trein grotendeels verdwenen door corona
Het is rustig tussen de rails. Na een forse coronadip, groeit het aantal treinreizigers weer. Het aantal klachten ook. „Welkom in de Sprinter naar Almelo.”
Een Sprinter Nieuwe Generatie (SNG), de hypermoderne trein van de Nederlandse Spoorwegen (NS) spurt richting Rijssen. Op beeldschermen verschijnt info over trein en traject. Snelheid 133 kilometer per uur, binnentemperatuur 20 graden, buitentemperatuur 12 graden. ”Machinist aanwezig”, meldt een verlicht bordje bij de cabine. Geruststellende gedachte.
Patrick Veltema (30) controleert vervoerbewijzen. „Kaartjes knippen”, zegt de hoofdconducteur (hc). „Zo noemen we dat nog altijd.” De kniptang heeft echter allang plaatsgemaakt voor de kaartlezer. Een meisje reist naar Rijssen. Zonder ov-chip. „Vergeten.” Ze mag zich met haar DigiD inloggen om te bewijzen dat ze student is. Het lukt. Veltema strijkt met z’n hand over z’n hart.
Het is stil op het spoor. Corona eist z’n tol. „Vóór de eerste lockdown was het bommetjevol in de trein. Met de eerste uitbraak was de drukte in één klap voorbij. Een rare gewaarwording.” Vooral in maart, april en mei vorig jaar lieten treinreizigers het massaal afweten. Uit angst voor het virus. De NS lieten de basisdienstregeling intact, maar moesten het aantal spitstreinen halveren.
Conducteurs reageerden bezorgd. Wat doet dat virus? „De NS hebben het goed opgepikt”, vindt Veltema. „Wij mogen kiezen: of plaatsbewijzen controleren of alleen even ons gezicht laten zien. Voor de sociale veiligheid.”
De risico’s voor treinpersoneel zijn beperkt, schat Veltema in. „Voorheen pakte ik kaartjes aan, nu houden reizigers hun kaartje zelf tegen mijn kaartlezer.” Hij klopt op z’n jas. „Moet ik een boete schrijven, dan heb ik handgel bij me.” Door de verminderde zichtbaarheid van conducteurs reisden mensen vooral in het begin meer dan ‘normaal’ zwart. Een gepakte zwartrijder is echter 50 euro kwijt. Plus de ritprijs.
Corona maakt alles anders. „De drukte, de sfeer is weg”, legt Veltema uit. „Voorheen knoopte ik sneller een praatje aan met reizigers.” De hoofdconducteur mist vooral de laatste treinen uit Amsterdam. „Heerlijk, allemaal jolige stappers. Of een trein vol vrouwen van de Huishoudbeurs. Vroegen ze: Wilt u zien wat ik heb gekocht…?!”
Treinstel 2336 oogt fraai en fris. „Beste reizigers. We naderen station Wierden.” De NS rijden op dit moment met 90 procent van de treinen voor 30 procent van het normale aantal reizigers. Langzaam stijgt de bezetting. „Reizigers raken hun angst kwijt”, constateert Veltema tevreden. „Ze zijn klaar met de coronaregels.” De toenemende drukte leidt wel tot meer klachten. Mensen vinden het lastiger afstand te houden.
In Almelo maakt Veltema rechtsomkeert. „Goedemorgen”, groet hij links en rechts. De hoofdconducteur controleert alvast een dame in de 1e klas. Ze wijst naar buiten. „Die man daar viel net tussen trein en perron. Het gaat niet goed met ’m.” Veltema bedenkt zich niet, stapt de trein uit en beent naar het bankje. Even later is het NS-team veiligheid & service onderweg. En een ambulance. „Hier gaat mijn hart sneller van kloppen. Snel schakelen en doorpakken.” De vertraging van vijf minuten haalt de Sprinter onderweg met gemak in.
Weilanden flitsen voorbij. Station Colmschate. Twee instappers. Veltema trekt z’n mondkapje naar beneden en blaast op z’n fluitje. „Even sleutelen”, zegt hij en vergrendelt de deuren. Hij geniet. „Het mooiste is om mensen op pad te helpen. Met een glimlach.”
Serie Werk & corona
Deel 12 van een serie artikelen waarin mensen vertellen welke gevolgen de coronacrisis heeft voor hun werk.
Een tip voor deze serie? Mail naar econ@rd.nl