Troepen uit buurland Eritrea mengden zich vorig jaar in het conflict in Tigray. Ze hielpen het Ethiopische regeringsleger bij de strijd tegen de lokale machthebbers van het TPLF, het Volksbevrijdingsfront voor Tigray. Internationaal wordt bezorgd gereageerd op berichten over systematische mensenrechtenschendingen en seksueel geweld tegen vrouwen in die regio.

De Eritreeërs worden onder meer in verband gebracht met een moordpartij in de stad Axum. Mensenrechtenorganisaties zeggen dat Eritrese troepen daar in november honderden burgers hebben gedood. Ook een bloedbad in de plaats Dengolat wordt toegeschreven aan troepen uit Eritrea.

De G7-landen, waaronder de Verenigde Staten, Duitsland en Frankrijk, drongen vrijdag aan op het snelle vertrek van Eritrese troepen uit Ethiopië. Daar had de regering lange tijd tegengesproken dat er Eritrese militairen actief waren op Ethiopisch grondgebied. Premier Abiy Ahmed gaf eind vorige maand voor het eerst toe dat er wel degelijk Eritrese militairen in zijn land zijn.

„De Eritrese troepen die de grens waren overgestoken na provocaties door het TPLF, hebben hun evacuatie nu in gang gezet”, meldde het Ethiopische ministerie dit weekend. „De Ethiopische strijdkrachten hebben de bewaking van de nationale grens overgenomen.”

Het laat zich lastig controleren of de Eritreeërs echt vertrekken. Er zijn in Tigray problemen met de elektriciteitsvoorziening en mobiele telefonie. Getuigen vertelden vorige week dat het Eritrese leger juist meer troepen naar bepaalde gebieden lijkt te sturen.