Limburgse statenleden hebben langer nodig voor integriteitsdebat
Provinciale staten van Limburg hebben langer nodig voor het debat over integriteit. Vrijdagochtend begonnen de statenleden aan hun debat over de positie van gouverneur Theo Bovens en gedeputeerde staten na het opstappen vorige week van twee CDA-gedeputeerden. De statenleden besloten na tien uur vergaderen hun debat volgende week vrijdag voort te zetten.
Het draait allemaal om de affaire rond oud-CDA-gedeputeerde Herman Vrehen. Die sluisde als directeur van landschapsbeheerder IKL tonnen aan subsidies naar eigen bv’s. Naar aanleiding daarvan stapten de CDA-gedeputeerden Ger Koopmans en Hubert Mackus vorige week vrijdag op. Die stap zal gouverneur Theo Bovens niet zetten, bleek vrijdag.
De volksvertegenwoordigers in het provinciebestuur moeten beslissen of de gedeputeerde staten - het dagelijks bestuur van de provincie - voldoende steun hebben om door te gaan, al dan niet met vervanging van de opgestapte gedeputeerden. De meningen daarover verschillen, maar in de provinciale staten lijkt zich een meerderheid af te tekenen voor het gewoon doorgaan met het huidige extraparlementaire college. Dat college is als enige in Nederland niet gebonden aan een coalitieprogramma. Daardoor is er geen oppositie of coalitie, maar beslissen de statenleden met wisselende meerderheden. De meeste fracties vinden deze manier van werken zinvol genoeg om ermee door te gaan.
Ook de positie van Bovens staat niet op losse schroeven. Vrijdag eiste alleen de SP zijn aftreden, omdat hij als hoeder van de integriteit onvoldoende gedaan zou hebben om de affaire Vrehen te voorkomen. Vrehen moest in 2009 opstappen als CDA-gedeputeerde wegens een integriteitskwestie, maar hij werd vervolgens door de voorzitter van het CDA-Limburg bij IKL in het directiezadel geholpen. Om vervolgens opnieuw de fout in te gaan, constateerden de statenleden vrijdag.
De afgetreden CDA-gedeputeerden zouden de bv’s van Vrehen bevoordeeld hebben. Vrijdag was er commotie in het provinciebestuur omdat vragen van NRC die leidden tot het ontslag van Vrehen en het opstappen van de CDA-gedeputeerden, niet direct leidden tot een integriteitsonderzoek. Dat gebeurde pas na anderhalve week, bleek uit mededelingen van Bovens. Met name de Partij voor de Dieren, SP en PvdA willen hierover de onderste steen boven, lieten ze vrijdag weten. D66 toonde teleurstelling: „Er is niks veranderd”, aldus deze fractie.