Coronatijd bij het Leger des Heils: Werken met gebonden handen
„Ik arriveer op donderdag rond halftien bij het buurtsteunpunt Bij Bosshardt in Papendrecht. Vast ritueel is het zetten van koffie en thee voor bezoekers, die vanaf tien uur welkom zijn. Door corona is het steunpunt maar drie in plaats van vijf dagen geopend.
Aan het begin van de morgen haal ik de krant uit de brievenbus. De actualiteit is vaak onderwerp van gesprek. Ik zet de deur naar het toilet open en let erop dat bezoekers hun handen wassen en een ontsmettingsmiddel gebruiken.
Helaas is er in coronatijd niet de vrijblijvendheid die wij altijd voorstaan. Nu moet je je vooraf aanmelden en registreren. In de zithoek en aan de lange tafel mogen minder mensen zitten. Ons winkeltje met tweedehandskleding mag één bezoeker per keer ontvangen. Twee raampjes bij de tafels staan open. Oudere bezoekers klagen soms over kou. Bij gezelligheid denk je ook aan warmte. En daarvoor komt men hiernaartoe. We werken wat dat betreft met gebonden handen, heel onnatuurlijk. Als de bezoekers binnenkomen observeer ik de gezichten. Dan zie je of iemand vrolijk of verdrietig is. Veel bezoekers hebben een beperking. Ik merk dat ze gemakkelijk naar me toe komen. Regelmatig hebben ze zingevingsvragen. Als dat willen ga ik met hen in gebed. Ik krijg vaak aangrijpende verhalen te horen. Over mishandelingen of seksueel misbruik. Iedereen komt met zijn eigen bagage. Gelukkig kan ik dat allemaal in Gods handen leggen. Het geeft me enorm veel energie als een bezoeker „dankjewel” zegt omdat ik naar hem of haar heb willen luisteren.
Op de donderdagochtenden zijn er gewoonlijk naailessen. Nu niet door corona. Wel hebben we een creatieve middag met acht deelnemers. Ik heb hier breien en haken geleerd en kan het nu zelf overdragen. We maken bijvoorbeeld omslagdoeken en knuffels. Een mannelijke deelnemer knoopt een kussen of een tafelloper. Om één uur begint een vrijwilliger met een horeca-achtergrond met het bereiden van afhaalmaaltijden. Die kunnen tussen vier en vijf uur worden opgehaald. Eerder gebruikten we de maaltijd gezamenlijk en werd het wel acht uur ’s avonds. Toen namen veel meer mensen deel. Daaraan zie je dat het niet alleen om het eten gaat. Ze komen vooral voor een praatje. Ik breng zelf ook een maaltijd weg. Rond zes uur ben ik weer in mijn gezin.”