Stedin hoopt 200 miljoen euro op te halen bij aandeelhouders
Netwerkbedrijf Stedin hoopt bij de komende aandeelhoudersvergadering in juni 200 miljoen euro op te halen bij zijn aandeelhouders, een groep van 44 gemeenten. Het netwerkbedrijf heeft extra geld nodig voor investeringen in de energietransitie. Daarbij zou het volgens het bedrijf ook logisch zijn als huishoudens meer gaan bijdragen dan dat ze nu doen. Ook zou de groep aandeelhouders van Stedin kunnen worden uitgebreid.
Stedin staat net als andere netwerkbedrijven voor een flinke investeringsopgave. Dan gaat het onder andere over de inpassing van de wind- en zonneparken en het faciliteren van de massale overstap naar elektrisch rijden. Verder schakelt de industrie van het aardgas over op onder meer elektriciteit en waterstof. Ook staat Nederland voor de opgave om bijna 1 miljoen duurzame woningen te bouwen die veel meer stroom gebruiken dan woningen met een aardgasaansluiting.
„De energietransitie kost geld”, legt een woordvoerder van Stedin uit. De totale investeringen lopen naar verwachting op tot 7 miljard euro of meer in 2030. Met de investeringen waar andere netwerkbedrijven voor staan gaat het om tientallen miljarden euro’s. Geld dat veelal opgehaald moet worden op de kapitaalmarkten.
Met meer eigen vermogen kan Stedin onder gunstigere voorwaarden geld lenen. De 200 miljoen euro in de vorm van aandelen waar de huidige aandeelhouders op kunnen inschrijven is bedoeld voor het aanvullen van de kas. Tegen 2030 voorziet Stedin een kapitaalbehoefte van 750 miljoen tot 1 miljard euro. Daarnaast wil het bedrijf tegen 2025 zo’n 180 miljoen euro aan kostenbesparingen hebben doorgevoerd.
Stedin is in ongeveer 80 tot 90 gemeenten actief en probeert mogelijk meer gemeenten te verleiden aandeelhouder te worden. De investering levert gemeenten een vast dividend van 3 procent per jaar op. Alleen overheden en overheidsinstanties mogen aandeelhouder worden van het bedrijf. De vraag is of gemeenten de behoefte voelen om mee te doen, zeker omdat zij ook geconfronteerd worden met hoge kosten als gevolg van de coronacrisis en andere taken.
Volgens Stedin, maar ook andere netwerkbedrijven, zou daarom ook gekeken moeten worden naar wat huishoudens extra kunnen betalen. Daarvoor zou een aanpassing nodig zijn in het huidige reguleringsmodel die met de Autoriteit Consument & Markt is afgesproken. Daarin staat vermeld wat bedrijven aan kosten mogen doorbereken aan hun klanten. Over de nieuwe voorwaarden worden momenteel gesprekken gevoerd.