Inzameling voor Syrië blijft steken op een derde van doel
Om de nood door de burgeroorlog in Syrië te verlichten, heeft de internationale gemeenschap voor dit jaar nog eens 3,6 miljard euro toegezegd. Er is 10 miljard dollar (8,5 miljard euro) nodig, stelden de Verenigde Naties vooraf.
Het was de vijfde keer dat de EU en de VN samen geld inzamelden voor Syrië. Het bloedvergieten daar is het elfde jaar ingegaan. Ook nu president Bashar Assad de burgeroorlog nagenoeg beslecht lijkt te hebben, zijn nog miljoenen Syriërs op de vlucht. Buurlanden als Turkije, Jordanië en vooral Libanon bezwijken bijna onder de last van de opvang.
Voor het totaalbedrag van 5,3 miljard euro voor 2021 en de komende jaren is de Europese Unie opnieuw de grootste geldschieter. De unie legt 3,7 miljard euro bij, waarvan 2,6 miljard door de EU-landen zelf wordt opgebracht. Daarvan komt het leeuwendeel van Duitsland, dat ongeveer 1,7 miljard euro heeft beloofd.
Nederland wilde 19 miljoen bijdragen, maar heeft daar onlangs nog 15 miljoen bovenop gedaan, zei minister Sigrid Kaag (Ontwikkelingssamenwerking) op de inzamelingsconferentie. Dat gaat naar de hulpverlening in Libanon en Jordanië waarmee Nederland samenwerkt.
Het geld wordt vooral gestoken in eten, drinken en gezondheidszorg voor de vele ontheemden, binnen en buiten Syrië. En in onderwijs voor hun kinderen.
De deelnemers aan de conferentie onderstreepten ook nog maar eens dat alleen een politieke oplossing een uitweg kan bieden uit het conflict, zei EU-buitenlandchef Josep Borrell.