Onlinecursus: Een taart bakken als beginner
Ooit maakte ik een keer havermoutkoekjes. Het resultaat: één grote taaie havermoutkoek en de stille, vroegtijdige aftocht van mijn bakambities. Toch kijk ik nog regelmatig met bewondering naar mensen die de meest prachtige creaties van room en cake maken. Hoe zou het zijn om dat te kunnen? Tijd voor een bakcursus.
Aan mijn familie kan het niet liggen. Hoewel er thuis nooit extreem veel werd gebakken, heb ik genoeg herinneringen aan het aflikken van beslaglepels en het met eigeel bestrijken van appeltaarten. Helaas zijn de bakgenen vooral naar mijn broertje gegaan. Hij maakt regelmatig grote chocoladetaarten of serveert iets anders lekkers. Zelf ga ik na de mislukte havermoutkoekjespoging toch maar naar de bakker voor een verjaardagstaart. Je wilt je visite ook geen misbaksel voorschotelen. Maar als een vriendin foto’s van een prachtige taartcreatie deelt via de app, begint het weer te kriebelen. Nu mag er toch nauwelijks visite komen, dus de kust is veilig om eens een nieuwe bakpoging te wagen.
Vanzelf gaan de voorbereidingen niet. Ik denk nog ergens een taartvorm te hebben staan, maar na gegraaf in de krochten van mijn keuken kom ik tot de ontdekking dat die blijkbaar is weggegooid. Al heb ik nog wel een mixer.
Het bakassortiment van mijn ouders is gelukkig uitgebreider. Na een koffievisite kom ik thuis met een deegroller, een vorm en een grote beslagkom.
Tijd om de experts erbij te halen. Ik volg een onlinecursus bij SweetyCakeShop, een grote bak-speciaalzaak in Hengelo. Eigenaresse Vivian biedt een lading aan onlineworkshops aan, waaronder intimiderende lessen als ”Stapeltaart maken” en ”Online Workshop Ganache” – geen idee wat dat laatste is. Voor mij is de les ”Basistaart maken” wel een geschikte optie, denkt Vivian. Een biscuittaart met botercrème en fondant. Handig en makkelijk voor beginners.
Ter voorbereiding blader ik vast het lesboek door en kijk ik een stukje van de video. Eerlijk is eerlijk: de instructies zijn nogal overweldigend voor een beginner. Toch moet ik er op een donderdagochtend aan geloven. Met een lichte zenuwkriebel in mijn maag –er komt een fotograaf en wat als het resultaat een scheefgezakt gedrocht wordt?– begin ik aan de cursus.
Satéprikker
Stap 1: de basistaart maken van biscuitdeeg. Het beslag maken gaat prima, al is het niet handig om je eieren op de rand van de taartvorm stuk te slaan. Eén ei gaat iets te enthousiast kapot, waardoor het eigeel de bakvorm in druipt. Tijd voor nieuw bakpapier.
Docent Marijke, een van de werknemers van de SweetyCakeShop, zet de keukenmachine aan. „Laat het beslag tien minuten mixen.” Oei, dat is slecht nieuws voor een amateurbakker die alleen een klein mixertje tot haar beschikking heeft.
Een lamme arm later is de taart klaar om de oven in te gaan. „Doe nooit zomaar tussendoor de oven open om te checken of je baksel goed gaar wordt, want dan zakt de hele taart in”, waarschuwt Marijke. Kijk, dit is relevante informatie voor iemand die elke twee minuten voor het ovenraampje checkt of het spul al een beetje wil rijzen.
Na veertig minuten bakken check ik met een satéprikker de gaarheid van mijn baksel. Wonder boven wonder blijft het houtje droog. Van tevoren was een van mijn grootste angsten dat de cake niet gaar zou worden. Met een mislukte basis is het immers lastig verder werken.
„Dat ziet er al aardig uit”, spreekt de inmiddels gearriveerde fotograaf. Een beetje bemoediging, dat heeft een mens nodig.
Terwijl de taart afkoelt, legt de docent uit hoe je botercrème moet maken. Daar blijkt vooral veel roomboter in te gaan, en een beetje melk. „Mix de roomboter zalvig”, klinkt het door de keuken. Zalvig? Wat is dat nou weer? Na een paar minuten door het mengel harken lijkt de substantie wel ongeveer op de crème van de docent.
Nu volgt een van de allerengste dingen uit het bakproces: de afgekoelde taart horizontaal en recht doorsnijden met een scherp mes, zodat er vulling in kan. Professionals gebruiken hiervoor een taartzaag, maar die heb ik niet tot mijn beschikking. Gaat het lukken om recht te snijden? Na drie minuten opmeten en aarzelen gaat het mes de cake in. En ja: het lukt! Zelden was ik zo trots.
Stuclaag
Tot nu toe gaat het boven verwachting, maar dan komt de overmoed om de hoek kijken. Na de eerste laag vulling met crème en aardbeienjam besluit ik eigenhandig de bovenkant van de taart er ook af te snijden, voor wat extra vulling. En dat terwijl Marijke net zei „dat je goed moet kijken naar de dikte van een taart, want als je te veel lagen snijdt, wordt het al snel lelijk en oneven.”
Het kapje van de taart komt er hobbelig vanaf. Eigen schuld. Met botercrème lijm ik de boel weer aan elkaar. Daarna moeten de lagen netjes op elkaar gestapeld worden. Helaas lukt het tot mijn grote verbazing niet om ze weer precies recht te krijgen. En dat terwijl zeker de onderste laag kaarsrecht was afgesneden. Ik kijk even bedremmeld naar de video, maar bij docent Marijke ziet het er uiteraard keurig uit. Ze geeft ook geen advies over wat je moet doen als de taart scheef dreigt te zakken, en omdat het geen liveworkshop is, kan ik niet inbreken met een vraag.
Wellicht valt er wat te verdoezelen met de stuc-laag botercrème die om de hele taart moet om de fondant te laten plakken. Het blijkt nog vrij lastig om die laag overal dekkend te krijgen en het resultaat is niet bepaald appetijtelijk te noemen. „Er komt straks nog een laag overheen, dan zie je dit toch allemaal niet meer”, zeg ik tegen de fotograaf – vooral om mezelf gerust te stellen.
Plastic
Dan volgt de laatste fase van het bakproces: de bovenlaag en de decoratie. Je moet de witte fondant net zo lang uitrollen tot er een dunne plak ontstaat die groot genoeg is om de hele taart mee te bekleden. Ook hier gebruikt de docent weer speciaal gereedschap; een plastic mat waardoor de fondant niet aan het aanrecht blijft plakken. Het valt me tijdens het bakken op dat je veel specialistische spullen nodig hebt om het een beetje gemakkelijker te maken. Ik overweeg even een plastic zak als ondergrond, maar besluit dat het vast niet erg is als de onderkant van de fondant ribbeltjes van het aanrecht bevat. Ziet niemand.
Verbazingwekkend genoeg sluit de witte bovenlaag in één keer mooi om de taart heen en lijkt het geheel bijna op een professionele cake. „Voor de bekleding mag je zelf bedenken wat je maakt”, zegt Marijke. Gelukkig lagen er nog ergens koekjesvormen in een la en blijven de roze sterretjes plakken op de taart. Alleen de onderkant is behoorlijk lelijk. Er piepen wat resten cake onder de fondant uit. Niet getreurd: ik spotte op internet een plaatje waarbij iemand balletjes aan de onderkant van de taart plakte. Dat ziet er leuk uit en je verbergt de lelijke afwerking meteen.
Na drie uur hard werken staat de creatie op het aanrecht. Ik geloof bijna niet dat ik deze taart heb gemaakt. Mijn vriendinnen, familie en de buurvrouw ook niet, getuige de reacties die volgen als ik een foto deel via de app.
Gelukkig smaakt de taart ook zoals het hoort. Alleen de fondantlaag is iets te zoet naar mijn zin, maar dat is persoonlijke voorkeur. „Ik hoop dat ik je heb aangezet tot een leuke hobby!” roept de docent vanaf het scherm. Eerlijk is eerlijk: ik ben al recepten aan het zoeken voor een appeltaart. Al is het maar omdat mijn vriendinnen nu verwachten dat ik ze bij de volgende verjaardag een zelfgemaakte taart voorschotel.