Taakstraf voor achtervolging die in beenamputatie dief eindigt
De rechtbank in Utrecht heeft dinsdag een taakstraf van honderd uur opgelegd aan een 19-jarige man die in oktober vorig jaar het been van een destijds zeventienjarige dief heeft gebroken door hem op zijn rug te springen. Het tweetal is als gevolg van de sprong van een trap op station Amersfoort gevallen, waarbij de straatrover zijn been zo ernstig heeft gebroken dat hij geamputeerd moest worden. Van de taakstraf is twintig uur voorwaardelijk.
„Ik hoorde hem wel gillen, maar ik had niet direct door wat er aan de hand was. Ik heb het nooit zo gewild”, zo heeft een geëmotioneerde Milan R. verklaard.
Die bewuste 21 oktober zou R. twee jongens hasj verkopen bij het station. Wat hij niet wist, was dat het tweetal van tevoren had afgesproken hem te beroven. De jongeman heeft de achtervolging ingezet toen het duo het met zijn drugs op een lopen zette en in de achtervolging is hij samen met een van hen van de trap geduikeld.
Zelf heeft R. het meer als een ongeluk omschreven. Hij zou volgens eigen zeggen zijn evenwicht zijn verloren en hierbij zijn arm om de dief heen hebben geslagen. Meerdere getuigen verklaarden echter dat ze R. op zijn rug zagen springen.
De rechter volgt de verklaring van de getuigen dat R. wel degelijk is gesprongen en veroordeelt hem voor zware mishandeling. Vanwege de jonge leeftijd van de verdachte is hij, op advies van de reclassering, wel vervolgd via het jeugdstrafrecht. De officier van justitie wilde eigenlijk ook voorwaardelijke jeugddetentie opgelegd zien, maar omdat de twee een en ander al samen hadden uitgewerkt in mediation vond de rechter dat niet nodig. „Jullie hebben zelfs gezegd dat jullie nu wel samen een jointje willen roken. Nou vind ik daar als rechter wel iets van”, aldus de rechter.
Het slachtoffer heeft om een omvangrijke vergoeding van meer dan een ton gevraagd. Die ziet onder meer toe op de medische kosten, maar ook op immateriële schade. „Als ik wakker word, bedenk ik me pas op het moment dat ik op wil staan dat ik helemaal niet op kán staan”, zo heeft hij verklaard. „Ik moet eerst medicijnen nemen en mijn krukken pakken. Dit is een klein voorbeeld van iets wat voor anderen normaal is.”
De rechter verwijst de verdere afhandeling van de schadevergoeding door aan de civiele rechter vanwege de complexiteit van de zaak.