Boottochten de hoek waar de coronaklappen vallen
Rederijen en bootverhuurders uit Leerdam zijn zwaar getroffen door de coronacrisis. „Onze omzet is met pakweg 90 procent gedaald”, aldus Marco Moerings (57) van Betuwse Stromen.
Betuwse Stromen is de paraplu, waaronder Rederij Leerdam, Sloep Leerdam en Kano Leerdam actief zijn. Rederij Leerdam –aanbieder van vaartochten met salonschepen– vormt de pijler van het bedrijf. Vanaf de Veerstoep in Leerdam varen de schepen richting Gorinchem of Beesd. Ze zijn kind aan huis op de langste rivier van Nederland. Door corona lagen de schepen langdurig voor anker. Ook de bedrijvigheid rond de Veerstoep met aankomende en vertrekkende bussen, groepen en dagjesmensen bleef afgelopen jaar uit. „We zijn al vanaf 1995 actief, maar onze orderportefeuille zat nog nooit zo vol als vorig jaar. Het was niet eerder zo druk met reserveringen. Corona was daarom een ramp voor ons.”
In het voorjaar trekt vooral de bloesem de mensen naar de omgeving van Leerdam. „Bedrijven, instellingen, senioren, maar ook verenigingen die hun jaarlijkse uitstapje houden, kijken tijdens de tocht over het water hun ogen uit. Ze eten en drinken wat en beleven een topdag. Maar ook mensen die een huwelijksjubileum of een ander familiefeest vieren, maken gebruik van onze schepen. In de zomermaanden trekken we dagjesmensen.”
Corona gooide in 2020 roet in het eten voor Moerings. „In januari en februari liggen we altijd stil, maar toen we in maart weer gingen varen, sloeg het virus toe. Er bleef bijna niks over van onze reserveringen. Op 6 maart maakten we onze eerste tocht. Daarna werd de lockdown afgekondigd.”
Als in juli versoepelingen volgen, kan Betuwse Stromen weer aan de slag. Maar dat gaat zomaar niet. „Wij werken met reserveringen die meestal ver van tevoren worden gedaan. Pas op 13 juli staken we voor de eerste keer van wal. We maakten aanvankelijk tochtjes met 10 tot 15 gasten. Niet echt rendabel.”
Moerings richtte een van de schepen geheel coronaproof in, de andere bleef werkeloos in de haven liggen. „Van lieverlee werden de groepen groter. We groeiden naar 35, 40 personen. Dat was zo’n beetje het maximum dat we vanwege de anderhalve meter regel konden ontvangen. Niet te vergelijken met ‘normale’ jaren, waarin we gemiddeld 100.000 gasten vervoeren. In de bloesemperiode maken we anders met twee boten met circa honderd passagiers vier tochten per dag. In totaal viel 90 procent van onze inkomsten weg. Een flink deel van die resterende 10 procent kwam nota bene binnen door de verhuur van sloepen en kano’s.”
Ramen zemen
Inmiddels liggen de schepen alweer maanden stil. „We zijn allang klaar met het onderhoud. Je kunt de ramen niet blijven zemen”, verzucht Moerings. Zijn personeel houdt hij in dienst: „Je hebt toch een band met elkaar.” De kosten daarvan worden gedeeltelijk vergoed. „Daarnaast zijn er de vaste lasten, zoals onderhoud en liggeld. Ook al liggen de boten stil. Ook daar krijgen we een vergoeding voor, maar dat is een schijntje van de werkelijke kosten.”
Aan stoppen denkt de ondernemer niet. „Ik doe dit werk al dertig jaar en heb best wat vet op m’n botten. Al is dat voor een deel ook bedoeld als pensioen. We kijken uit naar de dag dat we weer mogen varen.”
Serie Werk & corona
Deel 9 van een serie artikelen waarin mensen vertellen welke gevolgen de coronacrisis heeft voor hun werk. Volgende week maandag deel 10.