Burenruzie door recht van overpad
Dat recht van overpad tot ruzies onder buren leidt, is bekend. Ook internationaal geeft het frictie. In de Zuid-Chinese Zee bijvoorbeeld. Waar China zijn eigen spelletje ”schipper mag ik overvaren” speelt.
Nogal wat burenruzies zijn erdoor ontstaan: recht van overpad. Het houdt in dat een buurman vanaf de openbare weg over jouw erf mag lopen of rijden om bij zijn huis te komen. En vice versa. Dat daarover knetterende conflicten kunnen ontstaan is te begrijpen. Het zal je gebeuren dat je lekker ligt te zonnen en je moet dulden dat buurman heen en weer je tuin doorkruist. Eén keer „goedendag buur” mompelen gaat nog wel, maar een tweede keer…
Zo’n recht van overpad is meestal ooit notarieel vastgelegd en heeft menig koopcontract in de gedaante van kleine lettertjes overleefd. Vaak kwamen huiseigenaren er laat achter dat het ook in hun contract was opgenomen. Te laat, want niet de zinnetjes-onderaan, maar een iets te vriendelijk „hallo” van de buurvrouw werkte als wake-upcall.
Waarom in een buitenlandrubriek geschreven over zo’n lokaal themaatje? Omdat het recht van overpad ook internationaal voor ruzies kan zorgen. Om precies te zijn: in de Zuid-Chinese Zee is daarvan sprake. China claimt het soevereine gezag over dit enorm stuk zee, terwijl de meeste buurlanden het tot de internationale wateren rekenen. Daarmee is het vrij toegankelijk voor schepen op en voor vliegtuigen boven het water. Die Chinese buren –denk aan landen als Japan, de Filippijnen en Vietnam– hebben daar natuurlijk een belangrijke reden voor: de aan- en afvoer van hun handel, maar ook die van grondstoffen en van hun export gaat via deze wateren. Verder houdt de handhaving van een neutrale zone ook nog eens te opdringerige buren op afstand – niet onbelangrijk als je belangrijkste buur er één van het type regionale grootmacht is.
Overigens ligt hier een verschil met onze recht van overpadkwesties: in de meeste gevallen gaat het dan om vastgelegde afspraken waaraan iedereen zich gniffelend of grommend moet houden. Verder zal een buur die door andermans tuin mag banjeren, niet beweren dat die tuin van hem is – integendeel. Dat overpad hamert er juist iedere keer op dat je enkel met je voeten (of wielen) erdoor heen mag, maar dat je verder overal afblijft.
In de Zuid-Chinese ligt dat anders. Daar gaat het om claims die elkaar uitsluiten. Waarbij de een (lees: China’s buren) het exclusieve bezit van de ander (China) ontzegt en dus ook niets wil weten van „verleend” recht van overpad: het is immers openbare weg waarover ze varen of vliegen.
Dat op grond van internationaal zeerecht al eens een Haagse uitspraak is gedaan –in het nadeel van China– heeft niet geholpen. Peking heeft dat naast zich neergelegd, mede met de wetenschap dat er nu eenmaal geen internationale politiemacht bestaat die vonnissen bekrachtigt. Laat staan dat er een soort van reizende rechter is die de heren in Peking streng komt toespreken.
Wie weerhoudt China van een grimmig spelletje ”schipper mag ik overvaren, ja of nee?” De Amerikanen, want die hebben het altijd opgenomen voor China’s buren en ze doen dat nog. Door brutaal met oorlogsschepen en gevechtsvliegtuigen het zeegebied te doorkruisen.
Hoe lang dat goed blijft gaan? Met de assertieve Xi Jinping in China aan het roer, houdt iedereen zijn hart vast.