CU-SGP stuk minder eensgezind over EU
Conflicterende standpunten en veel accentverschillen. De verkiezingsprogramma’s voor de Tweede Kamer van de ChristenUnie en de SGP lopen in toenemende mate uit elkaar op het punt van de Europese Unie. Wat blijft er over van het gezamenlijk motto ”Samenwerking ja, superstaat nee”?
De ChristenUnie (CU) en de SGP hebben een gezamenlijke lijst in het Europees Parlement onder de leus ”Samenwerking ja, superstaat nee”. Maar de programma’s waarmee de afzonderlijke partijen de verkiezingen van volgende week ingaan, verschillen flink van elkaar op het punt van Europa. Het is niets nieuws dat de SGP vooral focust op ”superstaat nee” en de CU op ”samenwerking ja”. Die verschillen komen echter steeds prominenter bovendrijven.
De CU pleit in haar programma bijvoorbeeld voor „sterker Europees leiderschap.” Hoe ziet de partij dat voor zich? Het Europees buitenlandbeleid moet voortaan met een gekwalificeerde meerderheid worden besloten, dat is goed voor de daadkracht. Met andere woorden: geen vetorecht meer voor EU-lidstaten over buitenlands beleid.
Op dit moment is nog unanimiteit vereist. Dat geeft elke Europese lidstaat de mogelijkheid om een besluit te blokkeren: het vetorecht. Als een gekwalificeerde meerderheid is vereist, is het vetorecht van tafel. Het beperken van het vetorecht van lidstaten beschrijft de CU een paar regels later wat concreter: „Ook kan een land niet langer Europese sancties blokkeren.”
Hoe de CU het afgelopen jaar rond dit thema van positie is veranderd, bleek al bij een stemming in oktober vorig jaar. Toen stemde de partij in de Tweede Kamer tegen een motie van de PVV waarin de regering wordt gevraagd het veto op het gebied van Europees buitenlandbeleid niet op te geven.
Denkproces
Bij navraag bij CU-Kamerlid Stieneke van der Graaf bleek destijds dat er sprake was van een „denkproces in de fractie.” Het resultaat van dat proces is nu zichtbaar in het verkiezingsprogramma: geen veto’s meer in Brussel op dit gebied.
Dit CU-standpunt gaat lijnrecht in tegen het standpunt van de SGP. Die stelt in haar programma dat de lidstaten juist hun vetorecht moeten behouden. „Alleen in uitzonderlijke gevallen kan dit recht slechts bij unanimiteit (tijdelijk) worden ingeleverd.” Wat precies als een uitzonderlijk geval geldt, beschrijft de partij niet.
De SGP neemt bovendien de term nexit –een vertrek van Nederland uit de EU– in de mond. Dat is volgens de partij „in toenemende mate een serieuze optie (…) wanneer hervorming van de EU in de door de SGP gewenste richting uitblijft en Nederland nog meer moet inleveren op zijn soevereiniteit.” Daar is volgens de SGP sprake van als het vetorecht op deelterreinen wordt afgeschaft. Dat is iets waar de CU nu juist voor pleit.
In het gezamenlijk CU-SGP-verkiezingsprogramma van de Europese Parlementsverkiezingen in 2019 staat dat „buitenlands beleid primair een zaak van de nationale soevereiniteit is en blijft.” Er staat echter ook in dat ontwikkelingen in de wereld vragen „dat Europa zich actief op het wereldtoneel beweegt.”
Onrealistisch
Waar CU en SGP ook heel verschillend over denken, is de Europese ”Green Deal” – plannen om de EU duurzamer te maken. CU stelt de „doelstelling” te steunen; SGP wil juist niet dat „Brussel alle landen vastpint op onrealistische en gedetailleerde doelstellingen.”
De CU wil bijvoorbeeld de Europese inkomensondersteuning aan boeren koppelen aan vergroening. De SGP stelt echter dat die inkomenssteun „niet belast moet worden met strenge vergroeningseisen.”
Een ander opvallend punt is de visie op de verdere uitbreiding van de EU. De SGP wil dat de EU „buitengewoon terughoudend” is met het toelaten van nieuwe lidstaten. De CU heeft deze keer echter niets in haar programma staan over EU-uitbreiding. Dat is opmerkelijk, omdat de partij bij de vorige Kamerverkiezingen in 2017 nog pleitte voor „uiterste terughoudendheid” bij toetreding.
De CU stemde in 2019 in Brussel wel in met het starten van de toetredingsgesprekken met Noord-Macedonië, terwijl de SGP daartegen was. Maar bij navraag stelt de CU dat daarmee hun positie niet is veranderd. De partij „is nog steeds uiterst terughoudend.”
Ook zien CU en SGP een verschillende rol weggelegd voor het Europees Parlement. De CU wil „een einde maken aan besluitvorming” waarbij het Parlement het nakijken heeft. De SGP eist juist dat het Parlement „niet langer optreedt als medewetgever.”
Deze concrete beleidsverschillen zijn opmerkelijk, omdat de twee partijen een gezamenlijke lijst in Brussel hebben. SGP-Europarlementariër Bert-Jan Ruissen zei vorig jaar de koers van de CU in de gaten te houden. „Ik ben wel benieuwd hoe dat zich de komende tijd gaat ontwikkelen.” Maar nu stelt hij dat de partijen niet aan „het recenseren van elkaar verkiezingsprogramma’s” doen. „Een besluit over een gezamenlijke lijst is nu niet aan de orde.”