Kennisnetwerk christelijke filosofie in oprichting
Stichting voor Christelijke Filosofie gaat met partners aan de slag om een kennisnetwerk op te bouwen op het gebied van christelijke filosofie en vragen rond geloof en wetenschap.
Dat zegt Sander Luitwieler, directeur van Stichting voor Christelijke Filosofie, naar aanleiding van de recente oproep voor de functie van bijzonder hoogleraar christelijke filosofie en universitair hoofddocent, die de stichting in samenwerking met de Theologische Universiteit (TU) in Kampen wil benoemen. Het betreft een geheel nieuwe functie, die een plaats krijgt binnen het onderzoeksinstituut The Neo-Calvinism Research Institute aan de TU waaraan prof. dr. George Harinck leidinggeeft.
Knooppunten
Het is de bedoeling dat Kampen het startpunt wordt van meerdere „knooppunten”, zowel op universitair als hbo-niveau, zo licht Luitwieler toe. „De stichting wil met deze knooppunten haar werk meer samenhang en focus geven. Je kunt ze zien als de binnenste schil, waaromheen onze bijzonder hoogleraren christelijke filosofie aan de verschillende universiteiten hun werk verrichten. Het is de bedoeling dat de nieuwe hoogleraar een leidinggevende rol zal krijgen in het op te bouwen netwerk christelijke filosofie. Vanwege zijn halftijdse functie heeft hij ook de gelegenheid om een onderzoekslijn te ontwikkelen op het gebied van christelijke filosofie.”
Is er onder studenten belangstelling voor christelijke filosofie en vragen rond geloof en wetenschap?
„Zeker, al is de tijd van het grote publiek ten tijde van Egbert Schuurman vanaf de jaren zeventig tot begin deze eeuw voorbij. Dat heeft mede te maken met de ontzuiling. Studenten uit kringen van de CSFR schuiven niet automatisch meer aan bij onze colleges. Maar het komt ook doordat onze bijzonder hoogleraren hun vakken vaak moeten invoegen in het bestaande curriculum. Binnen die curricula is tegenwoordig minder ruimte voor keuzevakken. Samen met de toegenomen druk op studenten om studiepunten te halen, zorgt dat voor minder mogelijkheden om vakken bij onze hoogleraren te volgen. Als stichting willen we ons ervoor inspannen om al dan niet christelijke studenten kennis te laten maken met christelijke filosofie. Dat is juist een reden om een kennisnetwerk op te zetten en, als onderdeel daarvan, een centraal cursusaanbod te ontwikkelen vanuit Kampen.”
Er wordt van de kandidaat-hoogleraar het nodige verwacht: een ruime lijst van publicaties, nationaal en internationaal, verschenen bij voor het vakgebied „gerenommeerde uitgevers of toonaangevende periodieken.”
De lat ligt dus hoog?
„Het betreft een functie van hoogleraar, dus mag je deze eisen verwachten. De stichting wil ook de nadruk leggen op de verbindingsrol die de kandidaat kan spelen in internationaal opzicht. De reformatorische wijsbegeerte is ontstaan in Nederland en vervolgens geëxporteerd naar andere werelddelen, waar soms bloeiende afdelingen van christelijke filosofie zijn ontstaan. Internationale leden van onze vereniging vragen weleens waarom ze zo weinig van ons horen. We hebben echter een kleine bezetting, waardoor we hoogstens eens in de vijf jaar een internationale conferentie kunnen organiseren. De nieuwe hoogleraar kan aan de internationale setting aanhaken en die verstevigen vanuit Nederland als bakermat van de beweging.”