Dagelijks merkt de leerlinge van groep acht dat er bij hen thuis minder geld in het laatje komt dan bij anderen. „Je kunt niet alles doen wat je wilt. Dat vind ik soms lastig.” Waardoor het komt dat ze niet zoveel te besteden hebben, weet Romy niet precies. „Het heeft met het inkomen van mijn moeder te maken.”

Romy is een van de kinderen die centraal staan in de campagne van Stichting Ideële Reclame (SIRE), die vrijdag van start ging. Daarin vraagt de club aandacht voor armoede onder kinderen.

Door het geldgebrek kan Romy niet altijd meedoen met haar leeftijdgenoten. Kinderfeestjes gaan vaak aan haar neus voorbij, omdat ze die zelf ook niet kan geven. „Dat vind ik weleens moeilijk. Soms gaan alle andere kinderen naar het feestje, behalve ik. Waarom heb je mij niet uitgenodigd, vraag ik dan. Ik ben het vergeten, zeggen kinderen soms. Of: ik mocht niet meer kinderen uitnodigen.”

Haar moeder Deesi ziet het vaak niet zitten om een feestje te organiseren. „Ik ben bang dat Romy gepest gaat worden als het feestje niet leuk genoeg is. We hebben geen geld om bijvoorbeeld naar het zwembad te gaan en daarna nog naar de McDonald’s.”

Soms schaamt Romy zich er voor dat ze niet zoveel geld heeft. Zeker als kinderen ernaar vragen. „Als ik eens iets nieuws aan heb, vragen ze soms of ik dat wel kan betalen. Dat vind ik gek en dan schaam ik me. Maar ik wil geen discussie aangaan, dus laat ik zo’n opmerking gewoon van me afglijden.”

Wat haar ook nogal eens gebeurt: dat kinderen of volwassenen aanbieden het bedrag van bijvoorbeeld een zwemkaartje of attractie voor haar te betalen. Aardig bedoeld, maar voor Romy niet altijd fijn. „Ik voel me dan zo anders, zo klein. Misschien willen ze het bedrag later terug. Ik vind het alleen oké als ze het echt zelf willen geven. Anders niet.” „Dit heb ik als volwassene ook nog”, vult Deesi aan. „Ik leer Romy nu al niet alles aan te nemen.”

Romy heeft soms het gevoel dat ze door de armoede anders wordt gezien dan ze eigenlijk is. „Dat vind ik het lastigst. Dat ik word gezien als het arme kindje in de klas. Terwijl er meer is dan dat kindje. Misschien ben ik ook wel creatief en ergens anders goed in. Ik wil gewoon gezien worden als ieder ander mens. Als Romy.”

Gelukkig helpt het om er eerlijk over te vertellen, merkt Romy. Een poosje geleden deden ze in de klas de opdracht ”Over de streep”, een op een tv-programma geïnspireerde methode om respect en meeleven te stimuleren en vooroordelen tegen te gaan. „Toen heb ik verteld dat ik geen geld heb. Iedereen deed meteen heel lief en aardig tegen me. Maar na een poosje is het nieuwe er ook weer af.”

Erover praten blijft het allerbelangrijkste om het taboe op armoede te doorbreken, vindt ook Deesi. „Mensen zijn snel bang om zielig gevonden te worden. Dat taboe heerst ook onder volwassenen. Zelf ben ik heel open over het feit dat we minder hebben. Hoe meer je erover praat, hoe minder moeilijk het wordt.”

En aan arm zijn, zitten heus niet alleen nare kanten, vindt Romy. „Je leert van de kleine dingen te genieten. Het te doen met wat je hebt. En daar blij mee te zijn.”