Duijzer is in zijn nopjes. „Bij mijn weten is het de eerste keer in de binnenvaartgeschiedenis dat een werf zo’n grote order krijgt.”

In 2019 kwam Concordia Damen landelijk in het nieuws toen het zwareladingschip Black Marlin, beladen met achttien binnenvaartcasco’s voor de Werkendamse werf, in Rotterdam arriveerde. Korte tijd later moest een team onder leiding van Duijzer aan de bak met een nog grotere order: de bouw van veertig lng-elektrisch aangedreven binnenvaarttankers. Ze moeten gaan varen voor Shell. In december ging de bouw van het eerste casco van start.

Voortstuwing

Aan de order vallen, naast de ongekende omvang, twee dingen op: de voortstuwing en het ontwerp van de schepen. Tijdens de bouw van het dieselektrische cts Sendo Liner, in 2019 uitgeroepen tot schip van het jaar, had Concordia Damen met beide ervaring opgedaan.

Duijzer: „Bij het tekenen van het nieuwe schip hebben we een aantal zaken overgenomen van het ontwerp van destijds, maar dan afgestemd op de wensen van de huidige klant.”

Een belangrijk verschil is dat de motoren die de generatoren aandrijven niet op de gebruikelijke diesel, maar op vloeibaar aardgas (lng) lopen. De generatoren leveren vervolgens stroom aan de elektromotoren van de twee schroefassen achterin.

De generatorsets komen voorop het schip, met direct daarachter de enorme lng-tank (60.000 liter) die ze van brandstof voorziet. Duijzer: „De schepen krijgen een vrij volle kop, met een bolvormige boeg. Vergelijkbaar met de bulbsteven van een zeeschip. Zo’n boeg heeft evenveel weerstand als een normale spitse kop, maar geeft wel meer ruimte. Door daar de generatoren en lng-tank te plaatsen, komt het schip in bijna alle omstandigheden vlak te liggen. Hierdoor kan het langer doorvaren bij laagwater.”

Laagwater

Dit laatste was een belangrijke eis. „Naar verwachting zullen we de komende jaren steeds vaker met laagwater te maken krijgen. Onze klant wil dat de schepen dan zo lang mogelijk kunnen doorvaren.”

De afgelopen jaren liet Concordia Damen de meeste casco’s in China bouwen, zoals de 18 binnenvaartcasco’s in 2019. Deze keer is dat uitbesteed aan een scheepswerf in het Servische Kladovo. Shipyard Kladovo is overigens in handen van de Nederlandse scheepsmakelaar Gebr. De Jonge in Lochem.

Het project ligt tot nog toe op schema. Het eerste casco komt naar verwachting eind april of begin mei aan in Werkendam. Elk volgend casco komt telkens ongeveer een maand na het eerdere exemplaar hierheen. In Nederland zal Concordia Damen uiteindelijk steeds aan zes casco’s tegelijk werken. „Hierdoor houden we genoeg capaciteit over voor andere orders.”

Werkgelegenheid

In november levert de werf naar verwachting de eerste tanker op, daarna zo ongeveer elke maand de volgende in serie. Als alles op rolletjes loopt, komt eind 2024 de laatste tanker van de serie in de vaart.

Bij de voorbereidingen overlegde Concordia Damen onder meer met collega’s van Scheepswerf Damen in Gorinchem. „Die hebben vaker schepen in serie gebouwd”, zegt Duijzer.

Hij riep ook toeleveranciers rond de tafel, om de cascobouw in Servië goed op hun wensen af te stemmen. „Hierdoor kunnen zij hun werk gemakkelijker doen. Denk aan het monteren van de boiler op een framepje dat al in het casco zit ingebouwd.”

Het project levert de omgeving veel werkgelegenheid op, stelt Duijzer. „Zelf nemen we drie extra werknemers aan, bovenop de huidige vijftien. Maar we hebben ook veel subcontracten afgesloten met onderaannemers uit de regio. Die zijn ook tot in 2024 zeker van werk.”

De tankers zullen voor oliemaatschappij Shell onder meer minerale oliën (geschikt voor bijvoorbeeld motorolie en cosmetica) gaan vervoeren tussen Antwerpen, Amsterdam, Rotterdam en het Rijn-netwerk.