Kappers zetten opgelucht de schaar in het haar
Opgelucht zet kapper Eric Lorist zijn schaar in het haar van z’n eerste klant. Het mag weer. Klanten knippen. Woeste lockdownkapsels maken plaats voor kortgeknipte koppies. „Het is fris aan m’n oren.” De telefoon rinkelt doorlopend.
Woensdag. De eerste knipklant meldt zich al voor achten bij Lorist Haarmode in Kampen. Bert-Jan Postuma (51) kan niet langer wachten. „Het voelt wel gek. Mijn laatste knipbeurt was eind vorig jaar, naast de kerstboom.”
Op een tafeltje bij de ingang staat een liter desinfectiemiddel. Alcohol. Mint flavour. Kapper Eric Lorist (50) staat paraat. Wacht, nog even z’n blauwwitte mondkapje op. Straktrekken, klaar. „Je hebt ’m achterstevoren”, grinnikt Postuma. „De blauwe kant moet aan de buitenkant.”
De telefoon rinkelt. „Ja, dat kan. Wanneer wilt u?” (…) „De dertiende hebben we nog een plekje om 17.00 uur.” (…) „Oké, staat genoteerd.” Lorist noteert de afspraak in het boekingssysteem. Het ritueel blijft zich herhalen.
Lorist runt vier kapperszaken. In Kampen, IJsselmuiden, Emmeloord en Deventer. Een familiebedrijf met zestien man personeel. „Opa is hier in 1929 begonnen”, wijst de kapper in zijn salon, om de hoek bij de Nieuwe Toren van Kampen. Dertien werkplekken op pakweg 95 vierkante meter.
De lockdown heeft er bij de ondernemer ingehakt. „Het was zwaar”, geeft Lorist toe. „Iedereen ging naar zijn werk, maar ik niet. Het moeilijkst vond ik dat ambtenaren die gewoon hun salaris opstrijken mij verboden te werken. Een hard gelag.”
Geroutineerd zet hij zijn schaar in de krullen van de klant. De kapper –getooid met een ambachtelijke leren kapperschort– blijkt na de maandenlange lockdown zijn vak nog niet verleerd. „Het is net als schaatsen: Dat verleer je ook niet.” De klant kijkt verstoord op. „Maar schaatsen kon jij toch niet?!”
De telefoon rinkelt. „Met…”
Rare tijd
De twee lockdownperiodes hakken erin bij de ondernemer. De eerste zeven weken, de tweede negen weken. „Dat is zestien weken, drie maanden in totaal. Op jaarbasis betekent dat een omzetverlies van 30 procent.”
De vaste lasten, pakweg 30.000 euro per maand, tikten voor Lorist gewoon door. „Een rare tijd”, verzucht hij. „Er kwam geen geld binnen, er ging alleen maar geld uit. Terwijl ik wel boodschappen moet doen en een boterham eten. Linksom of rechtsom moet je geld bij elkaar rapen.” Toch heeft hij er niet wakker van gelegen.
De telefoon rinkelt. Weer.
De Kamper kapper kan aanspraak maken op financiële steun van de overheid. „Mooi dat het kan, maar ik vind het maar niets om mijn hand op te moeten houden.”
Lorist neemt een nieuwe klant onderhanden. Licht voorovergebogen zet de kapper z’n schaar in de haardos. In de vloer is een luikje gemaakt om geknipt haar in weg te vegen. „Lastige klanten verdwijnen daar ook in.”
De lockdown is een nieuwe gewaarwording voor de ondernemer. „Mijn vader zei altijd: Een kapper heeft een baan met zekerheid. Want iedereen móet geknipt. Zelfs in de oorlog.” De lockdown ondergraaft deze zekerheid echter. „Ook het kappersleven blijkt ineens fragiel. En het gekke aan ons vak is dat wij ons werk niet kunnen inhalen.”
Telefoon! „Goedemorgen, met…”
Een voor een vallen zwarte krullen op de vloer. De knipbeurt van de eerste klant nadert z’n voltooiing. Met een föhn droogt de kapper de gekortwiekte kuif. Nog even met het mes nekharen verwijderen en klaar is Kees. Lorist pakt een lik gel. „Stone glue”, grijnst hij. „Steenlijm.”
De kapper heeft de verplichte sluiting aangegrepen om zijn zaak onderhanden te nemen. Nieuwe vloer, nieuw plafond. Alle kapsters hebben geholpen de wanden te sausen. Zwart. RAL 9005. „Nieuwe zandkleurige steenstrips heb ik zelf uit Sittard gehaald. Ik had toch tijd zat.”
Rechts achterin prijkt nu een mannenhoek. ”Urban Man 1929”, staat er met zwarte letters op de muur, verwijzend naar de oprichtingsdatum van de zaak. Voorin de zaak is een kinderhoek met tv-scherm en twee auto’s als kapperstoel. „Efteling-idee.”
De verbouwing heeft Lorist pakweg 5000 euro gekost. De uren rekent hij dan niet. „De klus heb ik zelf gedaan.” Geld heeft hij gedeeltelijk geleend van z’n vader. „Die vindt het mooi om geld in de zaak te steken waar hij zelf heeft gewerkt. Maar nee, hij schuift niet”, benadrukt Lorist. „Hij leent alleen.”
Geknipt
Mariet Roest (67) verlaat geknipt en gekapt de kapperszaak. „Voelt heel anders dan dat gekriebel in je oren.” Ze is blij met haar knipbeurt. „Mijn hele model was weg. Ik had een afspraak, net ná het ingaan van de lockdown. Ik heb ’m moeten verzetten en later nog een keer toen de lockdown werd verlengd.” Ze haalt haar schouders op. „Gewoon blijven ademhalen.”
Om alle klanten te helpen, verruimt Lorist de openingstijden naar 20.30 uur. „Net voor de avondklok.” De telefoon rinkelt. „Nee, nee, deze week niet meer.” (…) „De eerste plek is 16 of 17 maart.” (…) „Genoteerd. Tot dan.”