Snel nog even naar de kapper
Alarm! Een harde lockdown op komst, vijf weken lang. En er staat voor vrijdag net een kappersafspraak in de agenda. Uitstel tot 19 januari is geen optie.
De afspraak is maandagmorgen pas gemaakt, maar „de ontwikkelingen gaan snel”, app ik de kapster een paar uur later, met een kopie van het nieuws. Binnen een minuut is er reactie: „Ik heb vanmiddag 13.30 een plaats.” Na mijn bedankje komt er een emoji-met-zweetdruppel terug.
In het dorp is het druk. De winkels stromen vol; klanten staan voor de deur te wachten. Bij het kruispunt in het winkelgebied loopt het verkeer ongeveer vast. File in Scherpenzeel! Een bejaarde automobilist hangt ingespannen over het stuur terwijl hij probeert veilig de overkant te bereiken.
‘Kantoor’ vroeg inmiddels om een repo. Dus zeg ik tegen Wilma Buisman in HaarStudio7: „Als jij nou knipt, schrijf ik.” Dat laatste moet zonder bril. Wat nog altijd beter is dan een beslagen bril, als gevolg van het mondkapje.
Buisman draagt het kapje al sinds ze op 11 mei weer open mocht, na zeven weken sluiting. „Verplicht was het niet, maar je zit best dicht op een klant, dus ik dacht: Alle beetjes helpen. In het begin voelde het benauwd, maar die knop moet je gewoon uitzetten. Na twee dagen was ik eraan gewend. En mijn bril beslaat niet.”
Van de klanten deed slechts een enkeling een mondkapje voor. „Als iemand ernaar vroeg, zei ik: Ja, graag.” Sinds 1 december moet ook de klant eraan geloven.
Roodgloeiend
De kapster is normaliter alleen op donderdag en vrijdag actief. Deze weken, voor Kerst, stonden ook de dinsdagen en woensdagen volgepland, van 8.00 tot 18.00 uur, met rond lunchtijd een uur vrij. „Op de maandagen probeer ik m’n andere dingen te doen.”
Deze maandag dus even niet. „Toen uitlekte dat er strenge maatregelen komen, stond de telefoon roodgloeiend. Vaste klanten belden en appten, maar ook mensen die ik niet ken en die kennelijk een rondje aan het maken waren om er nog ergens tussen te komen.”
Sommige klanten werden een aantal weken geleden al zenuwachtig. „Dan belden ze na een persconferentie van premier Rutte of ze niet gauw een afspraak moesten plannen. Maar ik zag het toen nog niet zo somber in.”
Nu is het menens. „Als kappers werken we heel veilig. Na elk bezoek ontsmet ik de zitplaats, de omgeving en het pinapparaat. Elke klant krijgt een andere kapmantel en kraagje. Een luchtfilterinstallatie had ik voor de coronacrisis al. Nu zet ik ook de grote deuren om het half uur open. Dus we werken supersecuur. Maar nu er maatregelen worden genomen, wordt ook onze branche weer getroffen. Verdrietig dat het nodig is.”
Gesprek
Intussen doen kam en schaar hun werk. Als dat bij de oren moet, wordt het mondkapje van de klant aan de kraag vastgehaakt. „Anders is er van de touwtjes straks niet veel over.”
Altijd knap hoe kappers de conversatie gaande kunnen houden met klanten met wie ze nauwelijks raakvlakken hebben, en intussen een fraai kapsel afleveren. „Als je net in het vak zit, praat je nog niet zoveel, hoor. Dan ben je er nog zo op gespitst dat het allemaal goed gaat. Ik heb één keer meegemaakt dat een man een dag na de afspraak belde: „Wil je m’n andere bakkebaard ook nog even doen?” Oeps, iets te veel gepraat.”
Inmiddels zit Buisman 38 jaar in het vak, sinds 2017 zelfstandig in een studio aan huis. Dit jaar liep er veel anders dan anders. „Geen beurzen, geen evenementen.”
Waardering
Wel geknip. Maar nu valt de schaar voor de tweede keer stil. Buisman is net klaar met klussen in het huisje van haar zoon. „Op tijd, want de eindejaarsdrukte stond voor de deur. Alles loopt nu echter anders. Dan val je wel even in een gat.”
Na de lockdown van dit voorjaar stond de agenda bomvol, ook ’s maandags. „Dat zal op 19 januari wel weer gebeuren.”
En dan blijkt volgens Buisman weer hoe gewaardeerd kappers zijn. „We doen altijd in stilte ons werk, maar ons beroep is nog nooit zo vaak genoemd als dit jaar. Dat is een positief effect van de crisis.”
Buiten sjort de volgende klant haar mondkapje tevoorschijn. De kapster is tot maandagavond tien uur volgeboekt.