Winkeliers in Sliedrecht popelen om klanten weer te verwelkomen
Vanaf woensdag mogen ondernemers klanten op afspraak in hun winkel ontvangen. In de winkelstraat van Sliedrecht bereiden de winkeliers zich voor op dit moment. „Onze handen jeuken.”
Ze had haar damesmodezaak in december voor 350.000 euro laten verbouwen. Maar daar konden haar klanten slechts kort van genieten, vertelt Rianne Verschoor (49), eigenares van Verschoor Sliedrecht. „Op 10 december konden mensen de vernieuwde winkel binnenstappen, drie dagen later kwam de lockdown en moesten we de deuren alweer sluiten.”
Van de wintercollectie heeft Verschoor niet veel kunnen verkopen. Daarvan hangt nog 60 procent in de rekken. „Normaal gesproken hebben we 95 procent van de winterkleding verkocht als de zomercollectie eraan komt. We hebben via de webshop nog wel wat kunnen verkopen, maar dat is maar een klein deel van de omzet die we normaliter draaien.”
Volle agenda
De winkeleigenares is dan ook blij dat ze haar deuren vanaf woensdag, zij het beperkt, mag openen. Haar klanten kunnen ook niet wachten; tot en met vrijdag staat haar agenda al vol met klantafspraken. „Alleen voor de zaterdag heb ik nog wat plekken vrij, maar dat zal waarschijnlijk niet lang zo blijven.”
Ondanks dat haar pand drie verdiepingen telt en over 1200 vierkante meter beschikt, mogen er maar zes mensen tegelijktijdig in de winkel aanwezig zijn. Dat zijn nu eenmaal de voorwaarden vanuit de overheid. „Met elke klant zijn we blij. Maar het schuurt wel dat mensen elkaar in de supermarkten verdringen, terwijl wij slechts enkele gasten tegelijkertijd mogen ontvangen.”
Gemist
Verschoor hoopt dat ze zo 20 procent van haar normale omzet kan halen. „Dat lijkt misschien niet veel, maar dat is al veel beter dan de afgelopen periode toen we helemaal dicht moesten blijven. En daarbij: contact met klanten is een belangrijk onderdeel van ons vak. Ik en mijn medewerkers hebben dat enorm gemist.”
De laatste dagen is Verschoor met haar personeel druk in de weer geweest om de zomercollectie in de winkel uit te stallen. Ze wil dat de klanten meteen het nieuwste van het nieuwste krijgen voorgeschoteld. „Wij willen uitstralen dat we er weer zin in hebben. We hopen dat dit overslaat naar onze klanten.”
De kledingverkoopster hoopt dat haar winkel over een aantal weken de deuren weer helemaal mag openen voor het publiek. Tot maart denkt ze nog wel de financiële eindjes aan elkaar te kunnen knopen, maar daarna wordt het met de maand spannender. Verschoor: „Onze winkel bestaat al tachtig jaar. Zelfs tijdens de Tweede Wereldoorlog konden we nog openblijven. Dit hebben we dus nog nooit meegemaakt. Heel heftig allemaal.”
Beeldscherm
Bij schoenenverkoper Jeffrey van Mourik (40) loopt de agenda ook vol. Hij vertelt dat zijn klanten liever schoenen in de winkel kopen dan via internet. „Op het beeldscherm ziet het schoeisel er vaak net wat anders uit. De kleur kan iets afwijken of een glanzend laagje op de schoen is niet goed te zien.”
Hoewel ook hij in zijn nopjes is met de verruiming, vindt de schoenenverkoper dat de overheid de teugels nog wel iets meer had mogen laten vieren. Hij had graag gezien dat winkels één klant per 50 vierkante meter zouden mogen verwelkomen. „Dan had ik veertig mensen tegelijk in de winkel mogen hebben, nu is dat maar twee mensen per verdieping. Eerder in de crisis mochten winkels één klant per 10 vierkante meter in de winkel toelaten. Onder die voorwaarde konden we mensen al veilig laten winkelen, dus waarom zou dat nu niet kunnen?”
Van Mourik merkt op dat het door de overheid bedachte systeem niet helemaal waterdicht is. „We hebben hier in de winkel maar één kassa, dus uiteindelijk kunnen de mensen toch weer op dezelfde verdieping in een rij komen te staan. Dat is wel krom.”
Dubbel gevoel
Juwelier Tineke Alblas (65) heeft dubbele gevoelens bij de versoepeling. Aan de ene kant juicht ze het toe dat klanten weer sieraden kunnen komen bekijken. Maar aan de andere kant vindt ze dat de gevaren van de pandemie niet moeten worden onderschat.
Ze wijst erop dat het aantal besmettingen inmiddels weer toeneemt. „Het virus is nog steeds niet onder controle, dus de overheid moet niet te snel gaan versoepelen. Maar we zijn wel blij met deze beperkte verruiming, want dit hadden we ook weer geen jaar volgehouden.”
De juwelier heeft haar omzet de laatste maanden immers behoorlijk zien afnemen. „We noemen december ook weleens grappend het vijfde kwartaal. We verkopen dan veel horloges en sieraden. Dat was dit jaar dus niet zo.”
Alblas mocht haar winkel wél openhouden voor reparaties, maar dat heeft ze bewust niet gedaan. „Hoe minder we met z’n allen in de weer zijn, des te sneller kunnen we weer terug naar ‘het oude normaal’. Vanaf woensdag kunnen onze klanten ook weer bij ons terecht voor reparaties, maar we laten niet meer dan het maximum aantal van twee mensen per keer toe.”
Als ze naar andere winkeliers kijkt, vindt ze dat ze niet mag klagen. „Een kledingzaak moet om het halfjaar op een nieuwe collectie over. Dat hebben wij niet. Sieraden en horloges raken niet zo snel uit de mode.”
Kappers
In de winkelstraat zijn niet veel mensen te zien. De mensen die er zijn, komen er vooral om hun benen te strekken. Zo ook een ouder echtpaar.
Ze zeggen het belangrijk te vinden dat de lokale ondernemer wordt ondersteund. Daarom zullen ze ook van de mogelijkheid gebruikmaken om op afspraak weer naar wat winkels te gaan.
Mevrouw vertelt dat ze vooral blij is dat de kappers weer de deuren mogen openen. „Ik heb m’n haar al een keer zelf moeten knippen, maar ik laat dit toch liever door een echte kapper doen.”