‘Februaristaking was historisch moment van hoop’
De Februaristaking was een historisch moment van hoop, en een icoon van burgerlijk verzet. Dat zei burgemeester Femke Halsema van Amsterdam donderdag bij de herdenking van de Februaristaking.
„Opkomen voor anderen, tegen antisemitisme en racisme is onverminderd noodzakelijk. De stakers van toen zeggen tegen ons dat wij altijd kunnen opkomen voor anderen, ook in onmogelijke omstandigheden.”
In haar toespraak eerde Halsema in het bijzonder de vrouwen die staakten, en ze vertelde het verhaal van de „onverschrokken” stakers Mientje ten Dam, Coba Veltman en Rosa Boekdrukker. „Dappere vrouwen, waar in de geschiedschrijving een lange tijd een beetje overheen is gekeken”, aldus Halsema. „Deze vrouwen zijn slechts enkelen van de velen die meeliepen, vooraan stonden, hun leven riskeerden en soms later in de oorlog, het leven lieten.”
De bijeenkomst was bij het monument De Dokwerker op het Jonas Daniël Meijerplein. Op deze plek dreven de nazi’s 80 jaar geleden bijna 400 Joodse mannen bijeen en namen ze mee. Slechts twee van hen overleefden de oorlog. Met de woorden STAAKT! STAAKT! STAAKT! riep de Communistische Partij Nederland op 25 februari 1941 arbeiders op zich te verzetten tegen de razzia. In rap tempo sloten tienduizenden Amsterdammers zich bij hen aan. Een dag later breidden de protesten zich uit naar de Zaanstreek, Weesp, Hilversum, Haarlem, Velsen, Utrecht en Muiden.
Schrijver en historicus Geert Mak benadrukte in een toespraak dat racisme, neofascisme en antisemitisme de afgelopen tijd weer gangbaar zijn geworden, met name op het internet en in de uitingen van bepaalde politieke partijen. „Het jargon, de taal, de ideeënwereld van toen, ze zijn opnieuw onderdeel geworden van het normale, publieke en politieke debat. Het zijn opeens geen historische theorieën meer of angstige herinneringen. Nee, het is er weer, heel concreet”, sprak Mak.
Tijdens de bijeenkomst zong Wende het lied ‘Jij bent mijn stad’. Actrice en schrijver Sam Ghilane droeg het gedicht ‘Sonnet XCI’ van Roelof ten Napel voor. Vanwege de coronamaatregelen was de bijeenkomst in beperkt gezelschap, zonder publiek en zonder defilé. Wel konden er donderdag bloemen worden gelegd bij de Dokwerker.