Morele waarden en duidelijkheid leverden Bush overwinning op
NEW YORK - Morele waarden vormden dinsdag voor de Amerikaanse kiezers het belangrijkste onderwerp voor hun beslissing in het stemhokje, gevolgd door de economie en de oorlog in Irak. Van diegenen die morele waarden het belangrijkst vonden, stemde volgens een opiniepeiling van CNN viervijfde voor de Republikeinse president George Bush.
„Morele waarden, Bush’ duidelijke christelijke oriëntatie en de man zelf die een consequente en duidelijke boodschap verkondigde. Die dingen maakten hem in deze verkiezing onverslaanbaar tegenover een aarzelende rivaal die pas veel te laat in de verkiezingsrace tot een zekere bestendigheid kwam maar die niet het charisma uitstraalde van de president”, aldus David Boaz, politiek analist van het Cato Research Instituut in Washington.Hij wijst erop dat de Democraten op sommige punten hun Republikeinse tegenstanders onderschat hebben. „De Democraten hamerden op hun inspanningen om ditmaal zo veel mogelijk kiezers naar de stembus te krijgen. Jonge kiezers, Afro-Amerikaanse kiezers, Latino-kiezers en kiezers in de staten die belangrijk waren om de overwinning te verzekeren. Intussen waren de Republikeinen allang bezig aan een massale campagne onder leiding van president Bush’ politieke strateeg Karl Rove om de evangelische kiezers naar de stembus te krijgen”, aldus Boaz.
Bush kreeg in 2000 minder algemene stemmen dan zijn Democratische rivaal Al Gore, maar hij won het presidentschap door een meerderheid in het kiescollege, dat uiteindelijk over het presidentschap beslist. Karl Rove kwam na die verkiezing tot de conclusie dat de president ruim van Gore had kunnen winnen, als de evangelische kiezers zich achter hem hadden geschaard. Mogelijk was deze groep ontmoedigd door de beschuldiging vlak voor de verkiezing in 2000 dat Bush ooit was opgepakt wegens rijden onder invloed. Het kon ook de onbekendheid van de kandidaat zijn of de algemene afkeer van deze bevolkingsgroep van de politiek in het algemeen.
Hoe het ook zij, Karl Rove ontwierp een campagne om deze groep -een essentieel deel uitmakend van de basis van Bush’ politieke achterban- naar de stembus te krijgen. Naast talrijke optredens van Bush in concentratiegebieden van evangelische kiezers, volgden daarop in het afgelopen jaar campagnes -per telefoon, per e-mail, met huis-aan-huisbezoeken- om deze groep naar de stembus te krijgen. Definitieve cijfers zijn er nog niet, maar Rove denkt dat minstens 4 miljoen evangelische kiezers in Amerika president Bush ditmaal aan zijn overtuigende zege geholpen hebben.
Daarbij speelde mee dat er naast de verkiezingen in elf staten per referendum beslist moest worden over de vraag of er een verbod op het homohuwelijk moest komen. „Dit waren eigenlijk overbodige referendums, omdat het homohuwelijk in deze staten wettelijk al niet mogelijk is. Maar door het toch als onderwerp voor een referendum naar voren te schuiven, mobiliseerden de Republikeinen de conservatieve christelijke kiezers die zich zorgen maken over de uitholling van het traditionele huwelijk. De overgrote meerderheid van de mensen die dinsdag voor een verbod op het homohuwelijk stemden, stemde ook voor president Bush”, aldus Boaz.
De vrees voor nieuwe terreuraanslagen vormde een ander punt in het voordeel van de president. Hij hamerde er in de afgelopen maanden op dat zijn strijd tegen het internationaal terrorisme Amerika veiliger had gemaakt. Kerry bestreed dat en beschuldigde Bush ervan de strijd tegen het terrorisme ondermijnd te hebben door zijn invasie in Irak. „Hoewel Bush wat Irak betreft niet hoog scoort, zien veel landgenoten in hem wel de beschermer van het vaderland. Dat werd vorige week misschien nog versterkt door de video van Osama bin Laden, die -ofschoon niet echt dreigend- toch herinnerde aan de algemene dreiging van terreur”, meent Boaz.
John Kerry hamerde op de negatieve gevolgen van Bush’ economische beleid en de werkgelegenheid die achterblijft bij het herstel van de economie. Maar in Ohio, dat de nodige economische problemen kent en relatief veel werklozen heeft, meende bij een recente opiniepeiling 45 procent van de bevolking dat Bush betere economische oplossingen heeft dan Kerry. „Bij zo’n uitkomst is duidelijk dat je je boodschap niet goed overbrengt en dat is waarschijnlijk het grootste probleem geweest voor John Kerry”, meent Mark McKinnon, campagnemedewerker van president Bush.
Hoewel niemand Kerry woensdag wilde afvallen op de dag dat hij de grootste nederlaag in zijn politieke carrière moest erkennen, begonnen de eerste analyses van wat er fout was gegaan met de Democratische campagne. Aarzelingen, trage reacties op Republikeinse aanvallen en ook een te aristrocratisch imago van de rijke windsurfende kandidaat, tegenover de „gewone jongen” Bush op zijn ranch in Texas. Het waren enkele van de elementen die men in het Democratische kamp noemde. Maar ook de boodschap. „Bush had een duidelijke boodschap en dat gold niet voor Kerry. Zijn verhaal was vaak te vaag, te genuanceerd en te onduidelijk. De Democraten zullen zich daarnaast ook inhoudelijk op hun boodschap moeten bezinnen, willen zij over vier jaar meer kiezers overtuigen”, aldus Democratisch campagnestrateeg Bill Carrick.