Binnenland

Nabestaanden treinkapers De Punt: waarheid wordt toegedekt

De waarheid rond de treinkaping bij De Punt in Drenthe wordt al veertig jaar door de Nederlandse staat toegedekt. „Het is er minder fraai aan toegegaan dan altijd is voorgespiegeld”, aldus de advocaten van de nabestaanden van twee bij de gijzeling omgekomen treinkapers.

ANP
15 February 2021 14:00Gewijzigd op 15 February 2021 16:29

„De Staat probeert de feiten toe te dekken en als er dan toch informatie naar buiten moeten komen, gebeurt dat slechts beperkt en probeert de Staat het naar eigen hand te zetten”, aldus advocaat Brechtje Vossenberg maandag in het hof in Den Haag tijdens de hervatting van de inmiddels jarenlang slepende kwestie.

Nabestaanden van treinkapers Max Papilaja en Hansina Uktolseja hebben een civiele procedure aangespannen tegen de Nederlandse staat, deze loopt inmiddels in hoger beroep. Papilaja en Uktolseja kaapten samen met zeven andere Molukse jongeren een trein met meer dan vijftig inzittenden bij De Punt in Drenthe. Op 11 juni 1977 maakten mariniers en de luchtmacht met geweld een einde aan de treinkaping die toen al drie weken duurde. Bij die bevrijdingsactie, op last van de Staat, kwamen twee gegijzelde passagiers en zes kapers om het leven.

Volgens de familie van Papilaja en Uktolseja werden de twee van dichtbij geëxecuteerd. „Hij had geen schijn van kans”, aldus advocaat Liesbeth Zegveld maandag over Papilaja. „Zwaargewond en onbewapend werd hij van dichtbij neergeschoten.” Volgens Zegveld hadden de mariniers in het geheim opdracht gekregen om alle kapers te doden. „Als ook maar ergens was gebleken dat de kapers verzet hadden gepleegd tijdens de bestorming van de trein, dan hadden wij deze zaak ingetrokken.”

De Staat heeft altijd ontkend dat er sprake was van executies en onrechtmatig toegepast geweld. „De mariniers opereerden in een uiterst dreigende, chaotische en onoverzichtelijke situatie, met gevaar voor eigen leven. Aarzelen kan dodelijk zijn”, aldus de landsadvocaat.

De rechtbank oordeelde juli 2018 dat het gebruikte geweld niet onrechtmatig was. De rechtbank bepaalde dat de mariniers in de „achteraf gezien onjuiste, maar oprechte en daarom verschoonbare” veronderstelling waren dat het geweld nodig was. De nabestaanden van de kapers gingen in hoger beroep.

De zaak gaat dinsdag verder. Dan komen onder meer diverse vragen van het hof aan bod en mogen de advocaten van de nabestaanden en de staat op elkaars pleidooi reageren. Wanneer er uitspraak komt, is nog niet duidelijk.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer