Nog even en dan klimt Nederland uit economisch dal
Nederland staat met een groei van 1,8 procent onder aan het lijstje groeicijfers van alle EU-landen. Dat meldde de Europese Commissie donderdag in de winterprognose. Economen reageren teleurgesteld, maar relativeren ook. Het dal waar Nederland uit moet komen, is minder diep dan van een land als Spanje.
Het is niet alleen qua weersomstandigheden een stevige winter geworden, ook in economisch opzicht gaat Nederland deze maanden door een ijskoud en donker dal. Vorig jaar zomer krabbelde ons land in economisch opzicht enigszins overeind na de eerste coronagolf, maar door de tweede golf besmettingen doken de groeicijfers weer ver omlaag: min 1,3 procent in het vierde kwartaal. De verwachting is dat de cijfers voor het eerste kwartaal van 2021 op min 1 procent uitkomen.
Geen wonder dat het ondernemersvertrouwen in het eerste kwartaal van dit jaar is afgenomen, zoals het CBS vrijdag meldde. Vooral de ondernemers die direct door de lockdownmaatregelen zijn getroffen, zijn somber. Verreweg de meeste bedrijven uit de sectoren horeca en cultuur, sport en recreatie en overige dienstverlening sluiten 2020 met verlies af. Ook maken de eigenaren ervan zich zorgen over hoe lang hun bedrijf nog kan blijven bestaan.
Toch gloort er, in de woorden van Paolo Gentiloni, EU-commissaris voor Economie, licht aan het einde van de coronatunnel. „De komende maanden zullen steeds meer mensen worden gevaccineerd, en een versoepeling van de inperkingsmaatregelen zou een sterker herstel in de lente en de zomer mogelijk moeten maken.”
Dat resulteert in zonnige groeicijfers voor 2021. Volgens de winterprognoses zal de economie van de eurozone zowel in 2021 als in 2022 met 3,8 procent groeien. Nederland steekt daar maar magertjes bij af met een groeiverwachting van 1,8 procent dit jaar en 3,0 procent volgend jaar. Het heeft daarmee de minste groei van alle EU-landen.
Nu zitten die verwachtingen er nogal eens naast. De Europese Commissie voorspelde dat de Nederlandse economie vorig jaar met 6,8 procent zou krimpen, terwijl de uiteindelijke krimp uitkwam op 4,1 procent. Dat is onder andere te danken aan de uitgebreide steunmaatregelen van de Nederlandse overheid.
De relatief meegevallen krimp is tegelijkertijd één van de verklaringen waarom de groeicijfers van Nederland niet zo hoog zijn. Landen zoals Spanje, Frankrijk en Slovenië zijn veel dieper in het economische dal gevallen en zullen daar dit jaar ook weer sneller uit opkrabbelen.
Daarnaast speelt mee dat de groei wordt geremd door aanpassingen op de Nederlandse arbeidsmarkt, zoals vervroegde uittreding voor werknemers die niet in staat zijn werkend de AOW-leeftijd te bereiken. Ook de relatief bescheiden loonstijgingen in Nederland spelen een rol.