Adoptiesysteem deugt niet, maar de Kamer wil er nog niet vanaf
De Tweede Kamer wil nog niet direct af van interlandelijke adoptie. Verschillende partijen lijken vooral te willen kijken of het systeem beter kan, ook na het snoeiharde rapport van deze week.
Minister Sander Dekker (Rechtsbescherming) maakte maandag bekend dat de adoptie van kinderen uit het buitenland per direct wordt opgeschort. Daardoor worden 450 lopende adoptiedossiers niet afgerond. Aanleiding is het rapport van de commissie-Joustra, die „structureel ernstige misstanden” in het Nederlandse adoptiesysteem beschreef. De Kamer ging donderdag in gesprek met de leden van de commissie.
De commissie keek naar de periode van 1967 tot 1998. Verschillende Kamerleden stelden donderdag dat er na die tijd veel is verbeterd aan het Nederlandse adoptiesysteem. In 1995 trad het Haags Adoptieverdrag in werking, dat kinderen beter moet beschermen tegen illegale adopties.
Kamerlid Madeleine van Toorenburg (CDA): „Veel mensen denken: er is veel verbeterd, we hebben meer toezicht. Waarom toch deze volledige stilstand?” Vera Bergkamp (D66) wilde weten of misstanden die tegenwoordig nog aan het licht komen niet uit een tijdperk stammen dat landen het Adoptieverdrag nog niet hadden ondertekend.
Volgens onderzoeker Beatrice de Graaf zijn de probleem fundamenteler en ook na ingang van het verdrag niet opgelost, omdat het systeem gestuurd wordt door financiële prikkels bij bemiddelaars en advocaten. Dat zorgt ervoor dat niet de kinderen, maar de wensen van adoptieouders centraal staan. Zij drijven de markt voor adoptiekinderen aan. De kinderen, vaak nog erg jong, hebben zelf geen stem in het proces en ook adoptiemoeders wordt de mond gesnoerd, aldus De Graaf.
GroenLinks-Kamerlid Niels van den Berge vroeg zich toch af of een volledige adoptiestop wel gerechtvaardigd is als grove misstanden zoals kinderhandel in sommige landen helemaal niet voorkomen. Ook Gidi Markuszower (PVV) wilde weten of er geen onderscheid tussen landen kan worden gemaakt. Áls Nederland bovendien een definitieve adoptiestop wil, moet er dan niet een overgangsperiode komen waarin wensouders nog de kans krijgen een kind te adopteren, aldus Attje Kuiken (PvdA).
„Adoptie is een maatregel ter bescherming van het kind”, bleef De Graaf benadrukken. En uit onderzoek blijkt dat het voor een kind het beste is om in eigen land te blijven. Als een land zo’n kind echt niet kan opvangen, zou de overheid zélf andere landen om hulp moeten vragen. „Waarom is er dan toch een markt ontstaan die drijft op financiële prikkels? En waarom zou je zo’n systeem in stand willen houden?”
Een definitief oordeel over interlandelijke adoptie is aan een volgend kabinet.