Al-Qaida voert activiteiten in Europa op
Er zijn steeds meer aanwijzingen dat het al-Qaida-netwerk zijn acties in Europa aan het opvoeren is. Daarbij richt men zich wederom op Amerikaanse doelwitten. Het begon met Richard Reid, de ”shoebomber”, die eind vorig jaar in zijn schoenen explosieven had verborgen waarmee hij een Amerikaanse Boeing wilde opblazen. Die mislukte aanslag werd in Europa voorbereid. Reid vertoefde verschillende keren in Amsterdam.
Eind februari was de Amerikaanse ambassade in Rome doelwit van een groep van zeker negen Marokkanen die van plan waren het leidingwater van de ambassade met cyanide te vergiftigen. De negen waren lid van de ”Salafistische Groep voor Prediking en Strijd”, die deel uitmaakt van al-Qaida. Een van de Marokkanen stond in verbinding met een grotendeels uit Tunesiërs bestaande al-Qaida-cel in Milaan die in het voorjaar van 2001 ontmanteld werd. Ook deze aanslag mislukte op het laatste moment, maar bij het ministerie van Binnenlandse Zaken ontplofte wel een zware bom en van die aanslag werd dezelfde groep verdacht.
Ook in Bosnië was de Amerikaanse ambassade onlangs doelwit van terroristen die tot het al-Qaida-netwerk behoren. Volgens een Bosnische krant wilden zij vorige week donderdag een zware aanval plegen op Amerikaanse doelen, de ambassade inbegrepen. Eind vorige week ging de Amerikaanse ambassade uit veiligheidsoverwegingen helemaal dicht. De plannen voor de aanslag zouden in de Bulgaarse hoofdstad Sofia zijn voorbereid.
In Bulgarije heeft het veiligheidsapparaat nauwelijks ervaring met het fenomeen van de islamitische terreur. Gebruikmakend van hun Europese paspoorten reizen al-Qaida-terroristen het land in en uit, op doorreis naar Turkije, Griekenland, Macedonië, Kosovo of Albanië. Vaak gaat het daarbij om paspoorten uit de Europese Unie of uit Bosnië. Tijdens de oorlog in Bosnië vochten enkele duizenden Arabieren en ook een aantal Iraniërs aan de zijde van de officiële Bosnische regering. Deze zogenaamde moedjahedien, van wie een aantal ook al in Afghanistan had gevochten, maakten zelfs deel uit van het Derde Bosnische Legerkorps bij Zenica. Ze kenmerkten zich door hun buitengewone wreedheid. Zelfs westerse hulpverleners waren voor hen niet veilig. Islamitische extremisten gebruikten soms hulporganisaties als dekmantel voor hun activiteiten.
In Dayton eisten de Amerikanen van de Bosnische president Alia Izetbegovic dat alle moedjahedien het land zouden verlaten. Schoorvoetend stemde Izetbegovic in, maar ongeveer 400 buitenlandse islamitische strijders mochten blijven. De meesten kregen Bosnische paspoorten. Onder hen waren terroristen van al-Qaida, die op grote schaal in Bosnische paspoorten gingen handelen.
De Bosnische autoriteiten hadden daarop geen enkele greep. Een van degenen die een Bosnische pas kregen was de Palestijn Abu Zubaydah, de man die binnen al-Qaida verantwoordelijk was voor de Afghaanse trainingskampen en die de netwerken in Europa en Amerika opzette. Een andere al-Qaida-terrorist die een Bosnische pas kreeg, was Bensayah Belkacem, die ook over een Algerijnse en een Egyptische pas beschikte.
Hij zette een eigen terreurnetwerk op en stond in contact met Abu Zubaydah in Afghanistan, met wie hij regelmatig belde. Die telefoongesprekken werden door de Amerikanen afgeluisterd. Zij kwamen erachter dat Belkacem een aanslag op de Amerikaanse ambassade in Sarajevo en op Amerikaanse SFOR-troepen voorbereidde.
Belkacem en vijf andere Algerijnen werden in oktober vorig jaar gearresteerd, maar het Bosnische hooggerechtshof sprak hen afgelopen januari weer vrij. De Amerikanen hadden de teksten van de afgeluisterde gesprekken om veiligheidsredenen niet aan de rechtbank afgestaan. Onder zware Amerikaanse druk leverde de Bosnische regering de Algerijnen toch aan de Verenigde Staten uit, waarop ze naar de Amerikaanse basis Guantánamo Bay in Cuba werden gevlogen. Daar wordt een groot aantal al-Qaida-strijders en -sympathisanten vastgehouden.
Behalve in Bosnië heeft al-Qaida ook geprobeerd netwerken op te zetten in Albanië, Kosovo en Macedonië. In Albanië is dat deels gelukt. In 1997 probeerden Egyptische terroristen een aanslag te plegen op de Amerikaanse ambassade in Tirana, een operatie die toen in verband werd gebracht met al-Qaida. Albanië werd verder gebruikt als springplank naar Kosovo. De coördinatie was in handen van Bin Ladens rechterhand Ayman al-Zawahiri. Daarnaast werd gebruikgemaakt van Tsjetsjenen die met Albanese en Macedonische rebellen samenwerkten. Deze operaties mislukten grotendeels dankzij het NAVO-ingrijpen in Kosovo en Macedonië. De lokale bevolking koos massaal voor de NAVO.
Veiligheidsdiensten houden er rekening mee dat al-Qaida–terroristen hun aandacht zullen verleggen naar Europa en Azië. Pakistan wordt gezien als een van de belangrijkste bolwerken in Azië voor gevluchte al-Qaida-strijders. Niet bij toeval werd daar de Amerikaanse journalist Daniel Pearl van de Wall Street Journal ontvoerd en vermoord door een groep die met al-Qaida in verband wordt gebracht.
Het in Pakistan opgepakte brein achter de moord op Pearl, Ahmad Omar Saeed Sheikh, heeft lange tijd in Engeland gewoond. De moord op Pearl was mogelijk een wraakactie voor een artikel dat twee collega’s van Pearl begin januari in de Wall Street Journal Europe publiceerden. In dat artikel worden de geheimen onthuld van een al-Qaida-computer die zij in Afghanistan van iemand konden kopen. Onthuld wordt onder andere hoe al-Qaida de moord op de Afghaanse leider Ahmed Shah Massoud voorbereidde. Naast dat artikel stond een groot artikel van Pearl.
De terroristen van al-Qaida weten kennelijk wat er in westerse kranten over hen geschreven wordt. Journalisten van kranten die onthullingen over al-Qaida doen, zijn hun leven niet langer veilig. Uit alles blijkt dat al-Qaida ook na 11 september niet stil heeft gezeten. Nieuwe aanslagen en wraakacties liggen in de lijn der verwachting. Europa zal daar niet van verschoond blijven.