In de hotels in Juba verbleven naar schatting zo’n driehonderd politici en topmilitairen. Die zouden daar soms zo’n drie of vier jaar hebben doorgebracht. Dat de rekeningen zich ondertussen opstapelden was de hotelbranche een doorn in het oog. Toen de regering na herhaaldelijk te zijn gewaarschuwd niet met geld over de brug kwam, besloten de ondernemers om hun wanbetalende klanten de deur te wijzen.

Een van die gedelegeerden noemde de situatie pijnlijk. „We balen dat we eruit zijn gezet en dat niemand voor ons zorgt”, zuchtte de functionaris, die anoniem wilde blijven. „De elektriciteit naar onze kamers is afgesneden. We hebben geen tijd gekregen om onze spullen te pakken.”

De brancheorganisatie zei dat sommige ondernemers in financiële problemen zijn geraakt. Ze kunnen hun leveranciers niet meer betalen. Een topadviseur van president Salva Kiir zei dat sommige hotelondernemers al gecompenseerd zijn. „We hebben in sommige gevallen al betaald en in andere nog niet.”

In het olierijke Zuid-Soedan, dat pas zo’n tien jaar onafhankelijk is, brak in 2013 een burgeroorlog uit. De strijdende partijen sloten uiteindelijk een bestand en sinds vorig jaar wordt het land bestuurd door een regering van nationale eenheid.