„Er moet worden samengewerkt met het tribunaal in Den Haag, maar ik moet toegeven dat ik misselijk word wanneer ik aan dat hof denk, met zijn weerzinwekkende hoeveelheid vooroordelen”, zei Kostunica. De president zei genoeg te hebben van het tribunaal en een absoluut tegenstander te zijn van uitlevering van verdachten.

Kostunica, een gematigd nationalist, heeft het tribunaal herhaaldelijk gehekeld en beweert dat het hof anti-Servisch is en geen gerechtelijke basis heeft. Hij heeft felle kritiek geuit op zijn pro-westerse politieke rivaal, de Servische premier Zoran Djindjic, omdat deze Servische verdachten wil uitleveren aan het tribunaal. Kostunica’s uitspraken in het vraaggesprek vormen de heftigste kritiek op het Joegoslavië-tribunaal tot nu toe.

Het Amerikaanse Congres heeft Joegoslavië tot 31 maart de tijd gegeven om samen te werken met het Joegoslavië-tribunaal. Als het land de limiet aan zich voorbij laat gaan, loopt Joegoslavië het risico 120 miljoen dollar (137 miljoen euro) aan financiële steun mis te lopen. Gevolg gevend aan een dergelijk ultimatum arresteerde de Servische regering vorig jaar de voormalige Joegoslavische president Slobodan Milosevic, die op het moment terechtstaat voor oorlogsmisdaden in Kosovo, Bosnië en Kroatië.

De Servische regering heeft de bezwaren van Kostunica en een uitspraak van het hooggerechtshof woensdag naast zich neer gelegd door de regels van VN-tribunalen formeel over te nemen, zodat verdachten kunnen worden uitgeleverd. De maatregel duidt er mogelijk op dat de regering bereid is zeker zo’n vijftien Servische verdachten van oorlogsmisdaden te arresteren en uit te leveren.

Ivan Andric, woordvoerder van een pro-democratische partij die is gelieerd aan Djindjic, zei donderdag dat er mag worden verwacht dat er de komende dagen enkele verdachten zullen worden overgedragen aan het Joegoslavië-tribunaal. Kostunica zegt geen bevoegdheid te hebben om de -in zijn ogen illegale- uitleveringen te voorkomen.