Bush kan volgens een analyse van het persbureau Associated Press min of meer rekenen op 26 staten met 222 stemmen in het kiescollege. Zestien staten en de hoofdstad Washington, samen goed voor 211 kiesmannen, staan achter Kerry. Van de resterende 105 kiesmannen moet Bush er dus ten minste 48 winnen en Kerry 59.

De 105 kiesmannen zijn te verdienen in acht staten waar Bush en Kerry elkaar vrijwel niets toegeven: Florida, Ohio, Nevada, Pennsylvania, Wisconsin, Iowa, Minnesota en New Mexico. Michigan en New Hampshire neigen enigszins naar Kerry. Zes tot twaalf andere staten waaronder het laat stemmende Democratische bolwerk Hawaii kunnen van belang worden als Bush noch Kerry een duidelijke meerderheid weet te veroveren. Een verschuiving van 3 tot 4 procent kan de balans in het kiescollege flink doen doorslaan, de ene kant op of de andere kant.

De belangrijkste staten zijn Ohio, Florida en Pennsylvania, met samen 68 kiesmannen. Twee van deze drie staten kunnen genoeg zijn om het presidentschap te veroveren. Bush kan het eventuele verlies van twee van de drie staten nog opvangen door te winnen in Wisconsin, Iowa en Minnesota, die samen 27 stemmen in het kiescollege inbrengen, evenveel als Florida. Ook probeert hij nog stemmen van Kerry weg te kapen in Michigan en Hawaii.

In Pennsylvania staat Kerry er het beste voor, maar in Florida kan Bush profiteren van de brede steun voor zijn broer Jeb, die daar gouverneur is. De Democraten hopen op de steun van niet–Cubaanse Latino’s. Ohio wordt moeilijk voor Bush; sinds hij president werd zijn er meer dan een kwart miljoen banen verdwenen. De Republikeinen vrezen hier en in andere staten dat er toch meer Democratische kiezers komen opdagen dan zij hadden verwacht. De Republikeinse partij heeft activisten opgetrommeld om bij stembureaus iedere kiezer waar ook maar iets op aan te merken is gediskwalificeerd te krijgen.

De Republikeinen en Democraten zullen tot het einde toe in spanning zitten. In iedere staat zijn er groepen kiezers van wie het stemgedrag onvoorspelbaar is. Bush vergroot waarschijnlijk zijn steun onder zwarte en joodse kiezers, wat gunstig voor hem kan uitpakken in onder meer Michigan en Florida. Jonge en Spaanstalige kiezers, die door opiniepeilers lastig in kaart te brengen zijn, kunnen voor Kerry het verschil maken in staten als Colorado en Nevada.