Giuseppe Conte kan doorregeren. Dat is het resultaat van een vertrouwensstemming in de Italiaanse Senaat dinsdagavond. De regering won het vertrouwen met 156 stemmen, waaronder die van twee senatoren van de centrum-rechtse oppositie. Er waren 140 tegenstemmers. De 16 leden van Italia Viva, de partij die vorige week de stekker uit de regering trok, onthielden zich van de stemming.

Het is een uitslag die de Italiaanse premier onmogelijk vrolijk kan stemmen. De regering heeft dan wel het vertrouwen gekregen, maar tegelijkertijd de absolute meerderheid in de Senaat verloren. In het vervolg moet de regering bij elke stemming in de Senaat alle zeilen bijzetten om voldoende senatoren aan haar kant te krijgen.

Die kans laat Matteo Renzi, partijleider van Italia Viva, vast niet lopen. De oud-premier liet vorige week de regering struikelen, maar stuurde haar dinsdag toch niet naar huis. Dit betekent dat de zestien senatoren uit Renzi’s partij nu in de positie zijn om de regering telkens aan een meerderheid te helpen. Dat heeft een prijs. Voor elke stemming kan Italia Viva, een nieuwe partij die nog niet aan parlementaire verkiezingen heeft deelgenomen en in de peilingen op nog geen 3 procent staat, haar wensen dicteren.

Daarmee is er een blijvend risico op een nieuwe politieke crisis. Ook zal het vermoedelijk een negatief effect hebben op de besluitvorming van de Italiaanse regering. En juist nu is er behoefte aan besluitvaardigheid, schreef het dagblad Corriere della Sera vanochtend in een commentaar: „Burgers wachten op een daling van corona-infecties, op meer vaccinaties, op economische groei en werkgelegenheid.”