Ongeveer net zoveel ooievaars gezien als vorig jaar
Het aantal overwinterende ooievaars dat het afgelopen weekend tijdens een telling in ons land is gespot, is ongeveer net zo hoog als de vorige keer, verleden jaar. De teller stond zondagavond op 945 tegen 921 een jaar eerder, meldt de Stichting Ooievaars Research & Knowhow (STORK). Een woordvoerster is tevreden met dat aantal. Ook het aantal melders nam flink toe, van 550 vorig jaar naar 940 deze editie van de jaarlijkse ooievaarstelling.
De meeste van de ooievaars werden gespot in de buurt van hun nest, waar de dieren ook in de winter doorgaans dicht bij in de buurt blijven. Maar ook werden enkele grote groepen gesignaleerd, bijvoorbeeld in de buurt van Meppel. Wel lag dat een beetje voor de hand, omdat daar een ooievaarsstation is waar de dieren gevoerd worden. De meldingen kwamen verder uit alle delen van het land.
Volgens STORK gaat het in algemene zin goed in Nederland met de ooievaar. „Sinds de jaren 80, toen het slecht ging, zijn er veel projecten opgestart. Dat heeft zich wel uitbetaald”, aldus de woordvoerster.
Dat er zoveel mensen hebben meegedaan aan de telling, komt volgens de woordvoerster ook omdat wegens corona veel mensen thuis zijn.