De verkiezingen werden vorig najaar aangekondigd na de veroordeling van Quim Torra, de separatistische regeringsleider van Catalonië. Het Spaanse Hooggerechtshof zette hem wegens ongehoorzaamheid uit zijn ambt omdat hij in 2019 had geweigerd separatistische symbolen van publieke gebouwen te verwijderen, waaronder een spandoek van de Catalaanse onafhankelijkheidsbeweging.

Volgens Torra was het vonnis een politiek gemotiveerde stap om de Catalaanse regering omver te werpen. Hij mag door de veroordeling anderhalf jaar geen openbaar ambt bekleden.

Voorzitter van het Catalaanse parlement Roger Torrent zei direct dat vervroegde regionale verkiezingen worden gehouden. De rijke opstandige regio hield drie jaar geleden een onrechtmatig onafhankelijkheidsreferendum, waardoor de relatie met de nationale regering in Madrid verder verslechterde.