Rwandese militaire kopstukken voor tribunaal
In het Tanzaniaanse Arusha begint dinsdag voor het Rwanda-Tribunaal het langverwachte ’militaire proces’. Vier militaire kopstukken moeten zich tegenover de rechters verantwoorden. Zij hadden een belangrijk aandeel in de genocide in Rwanda, die tussen april en juli 1994 zeker 800.000 menslevens eiste.
De aanklagers hebben Thoneste Bagosora, Anatole Nsengiyumva, Gratien Kabiligi en Aloys Ntabakuze onder meer samenzwering tot genocide, genocide en misdaden tegen de menselijkheid ten laste gelegd. De vier hadden niet alleen een aanzienlijk aandeel in de volkerenmoord, maar waren ook verantwoordelijk voor het plannen en het voorbereiden ervan, zo betogen de aanklagers. Allen vervulden posities waarmee ze directe en grote invloed konden uitoefenen op de uitvoerders van de massaslachtingen.
De nu 61-jarige kolonel Bagosora kreeg na de aanslag van 6 april 1994 op de toenmalige Rwandese president Habyarimana - het startsein voor de orgie van bloedvergieten - feitelijk de touwtjes in handen op militair en politiek vlak. De aanklagers beschuldigen hem ervan doelbewust haatgevoelens te hebben gezaaid en gecultiveerd bij radicale hutu’s, met het doel ze op te zetten tegen tutsi’s en gematigde hutu’s.
Ook vervulde hij een sleutelrol in het recruteren, trainen en bewapenen van militieleden, om hen vervolgens opdracht te geven over te gaan tot de slachting. De Kameroenese autoriteiten arresteerden Bagosora in maart 1996 en droegen hem in januari 1997 over aan het Rwanda-Tribunaal. De verdachte zegt onschuldig te zijn.
Luitenant-kolonel Nsengiyumva (52) maakte zich in 1994 als militaire commandant van het district Gisenyi schuldig aan het plannen, voorbereiden en uitvoeren van volkerenmoord. Hij zou daarnaast persoonlijk de dodenlijsten hebben opgesteld van potentiële slachtoffers. Hij oefende directe invloed uit op de moordende milities. Ook Nsengiyumva werd in Kameroen gegrepen en in januari 1997 uitgeleverd aan het VN-hof in Arusha. Hij houdt vol onschuldig te zijn.
Gratien Kabiligi (51) en Aloys Ntabakuze (48) worden in een gezamenlijke aanklacht beschuldigd van dezelfde feiten als bovengenoemde verdachten. In 1994 bekleedde brigade-generaal Kabiligi de functie van chef militaire operaties in het Rwandese leger. Onder zijn commando vielen onder meer eenheden in de regio’s Byumba, Ruhengeri, Mutara en Kigali. Ntabakuze was als commandant van het paracommandobataljon zijn ondergeschikte. Beiden werden op 18 juli 1997 in Kenia gegrepen en overgedragen aan het tribunaal.