Belangstelling voor kerkgeschiedenis groeit in samenleving
Kerkgeschiedenis kan op nieuwe belangstelling rekenen in de samenleving. Kloosters en musea, zoals het Utrechtse Catharijneconvent, zagen bezoekcijfers stijgen. Dat bleek maandag tijdens de vergadering van de Vereniging voor Nederlandse Kerkgeschiedenis (VNK).
De wintervergadering van de VNK vond online plaats. Tijdens de bijeenkomst nam prof. dr. Henk van den Belt, hoogleraar systematische theologie aan de Vrije Universiteit Amsterdam, afscheid als voorzitter van de vereniging. De nieuwe voorzitter is prof. dr. Mirjam de Baar (Utrecht).
Voorzitter van de vergadering dr. Mathilde van Dijk kondigde in haar inleiding het thema aan: ”De actualiteit van de kerkgeschiedenis”. Ze constateerde dat mensen onverminderd behoefte blijven houden aan religie en vroeg zich af hoe de vereniging zichzelf beter voor het voetlicht kan brengen. Ze kreeg ideeën genoeg.
Biblebelt
Die waren er allereerst van Tanja Kootte, conservator bij Museum Catharijneconvent in Utrecht. Kootte zei dat haar museum in 2015 de „magische grens” van 100.000 bezoekers per jaar passeerde en dat er daarna twee topjaren zijn geweest. In 2017 kwamen er 153.000 bezoekers en in 2019 158.000. Die van 2017 waren voor een behoorlijk deel op het conto te schrijven van de tentoonstelling over Luther, terwijl de tentoonstelling ”Bij ons in de Biblebelt” de hoge cijfers van 2019 verklaren. Het succes van de laatste expositie heeft het denken in het museum veranderd, zei Kootte.
De conservator stelde dat de grotere bezoekersstromen onder meer te maken hebben met meer aandacht voor marketing en communicatie. Vroeger kwamen die afdelingen aan het einde van het voorbereidingstraject in beeld, nu doen ze vanaf het begin mee.
Dat gebeurt bijvoorbeeld door het zich een beeld vormen van te verwachten bezoekers, zodat die op de juiste manier ontvangen kunnen worden. Bezoekers worden ingeschakeld door hen mee te laten denken en hen bijvoorbeeld in het geval van de Luthertentoonstelling zelf stellingen te laten schrijven.
Spiritualiteit
In de herfst van dit jaar start het museum met een grote tentoonstelling over de jaren zestig, toen de band tussen kerk en geloof los begon te worden. Op een rondgestuurde enquête reageerden 1600 mensen, „ongekend veel.”
Kloosters en abdijen zijn in trek bij veel mensen om tot rust te komen, vertelde Wil Derkse, die een boek schreef over de benedictijnse spiritualiteit. Hij deelde mee dat de Sint Willibrordsabdij in Doetinchem, waaraan hij als oblaat (lekenlid) verbonden is, meer bezoekers trekt dan ooit. Het aantal bezoekers steeg van 300 naar 5000 per jaar. Het aantal oblaten is er gestegen van 25 in 1993 naar 120 nu, zei hij.
Die belangstelling verklaarde hij niet vanuit marketing en communicatie. Derkse stelde dat de geest van dienstbaarheid, de deugd van de deemoed en de vorming van een gemeenschap heel belangrijk zijn voor abdijen en kloosters die de leefregel van Benedictus volgen.
Kerkhoven
Patty Wageman, directeur van de Stichting Oude Groninger Kerken (SOGK), gaf aan dat draagvlak voor de stichting heel belangrijk is. Dat wordt gecreëerd door voorlichting te geven, vrijwilligers te werven, kerken voor allerlei gebruik te bestemmen, mee te doen met landelijke acties en in te spelen op de nationale duurzaamheidstrends.
Zo doet de stichting onderzoek naar de bomensterfte op haar 57 kerkhoven. Veel essen, die traditioneel op kerkhoven staan, gaan dood. Men zoekt nu naar bomen die in de provincie passen en bestand zijn tegen klimaatverandering. De SOGK wil verder kerkhoven in oude luister herstellen en ze als het kan iets „ruiger” laten worden, zodat er meer biodiversiteit komt.