De Bergse synagoge, gebouw met een litteken
De stad Bergen op Zoom heeft een prachtig bewaard gebleven synagoge binnen de muren. Het gebedshuis is eigendom van de burgerlijke gemeente. De gemeente wil de sjoel van de hand doen. De Joodse gemeenschap is ontdaan.
Aan de smalle Koevoetstraat, midden in de binnenstad van Bergen op Zoom, staat de synagoge. Boven de voordeur bevinden zich drie kerkramen in de gevel. En dáárboven, in de kroonlijst, staat het opschrift: ”Door milddadigheid van den besten koning, 1833.” Die „beste koning” was Willem I, hij schonk in 1833 duizend gulden voor de bouw van deze synagoge.
In de hal staat vrijwilliger Anje van Buuren-Meinardi (82). Resoluut wijst ze op de harde realiteit van dit gebouwtje. Aan de rechtermuur hangt een herinneringsbord met 26 namen van Joden uit Bergen op Zoom die in de Tweede Wereldoorlog werden gedeporteerd: Isaac, Mozes, Joseph, Jonas, Sara, Eva, David, enzovoort, enzovoort. Ze kwamen nooit meer terug. Onder al die namen staat ook die van de Duitse Jood Walter Süskind. Hij had minstens zeshonderd Joodse kinderen gered, maar overleefde het zelf niet.
Endlösung
In de grote zaal hangt een stil verdriet onder de balken, verdriet om Joodse stadsgenoten die niet meer zijn. Joden waren ongewenst. De stad keek toe. De wereld zweeg, hoe de Endlösung der Judenfrage (de definitieve oplossing van het Jodenvraagstuk) zich voltrok, ook in Bergen op Zoom.
—Interieur van de synagoge. beeld RD, Henk Visscher
Deze kleine sjoel staat er als een onuitwisbaar getuigenis van de waanzin. Hij wil een herdenkingsplek zijn, een memorial van het schrikbewind van de nazi’s, die met stampende laarzen het jodendom onder de voet liepen, ook hier. Voor de Joodse gemeenschap is dit gebouw het Beth Ha-knesset, het huis van samenkomst. Een gebouw met een litteken.
Nu wil de gemeente Bergen op Zoom ervanaf. Vanwege een grote stedelijke schuldenlast zet de gemeente tien historische objecten in de verkoop, waaronder deze synagoge. De Joodse gemeenschap is ontdaan. En Anje van Buuren is woedend. Zij wordt wel gezien als „de goeroe van de synagoge.” Haar hele leven heeft ze eraan gewijd, aan dit gebouwtje, aan het jodendom, aan de herinneringen en de pijn van de geschiedenis.
Onderdrukt
Van Buuren is geen Jood. „Ik ben protestant, maar weet wat hier is gebeurd. Als kind heb ik de oorlog meegemaakt, heb de verschrikkingen gezien. Ik heb respect gekregen voor de Joden. Ze zijn altijd vervolgd, onderdrukt, ook door de kerk, weggezet en aan de kant geschoven.” Boos valt ze uit: „En nog steeds is er antisemitisme, ook in Nederland. Het neemt zelfs weer toe. Weer worden er hakenkruizen op muren gekrast. En wat dreigt er in Bergen op Zoom te gebeuren? De gemeente zet een synagoge in de etalage. Dit is een gebedshuis, het centrum van het Joodse leven. Dat verkwansel je toch niet.”
—Namen. beeld RD, Henk Visscher
In de zaal staan zo’n veertig losse stoelen. Boven de voordeur bevindt zich de vrouwengalerij met een kleine expositie over het jodendom. Aan de andere wand staat de Heilige Arke (de kast waarin de Thorarollen worden bewaard), met daarvoor een maquette van de oude stad Jeruzalem. In het midden bevindt zich de Bima, het verhoogde spreekgestoelte waar vroeger uit de Thora en uit de Profeten werd gelezen, waar het gelezene werd verklaard en werd gezongen door de chazzan. Lang geleden klonk hier op zaterdagen het eeuwenoude refrein: „Hoor Israël, de Heere onze God is een enig Heere.”
Twee vitrinekasten staan vol met religieuze voorwerpen, keppeltjes, gebedsriemen, een tailliet (gebedsdoek) van een vermoorde Jood, een exemplaar van het Oude Testament, een gebedenboek. Aan een van de zuilen hangt de tekst: „Hoe goed zijn Uw tenten, Jacob, uw woningen, Israël.”
In de hal ligt het gastenboek. Velen gaven lucht aan hun gedachten. Iemand schreef: „Wat een zere plek.” Een ander: „Ik word hier geraakt.” Ene Ankie schreef in wilde hanenpoten: „Kijk nooit meer weg van onrecht.”