Syrië wordt schurkenstaat van dubieuze zakenlieden
De burgeroorlog in Syrië heeft een compleet nieuwe generatie dubieuze ‘zakenlieden’ voortgebracht die in toenemende mate de dienst uitmaakt. Hun groeiende macht wordt alom gevreesd.
Op 16 november stierf Walid al-Muallem (79). Zelfs in het Midden-Oosten werd in de media nauwelijks aandacht besteed aan het overlijden van deze Syrische raspoliticus die de laatste veertien jaar van zijn leven minister van Buitenlandse Zaken van Syrië was geweest.
Toen in 2011 in Syrië een burgeroorlog losbarstte, was er een stoet van politici die zich bij de oppositie aansloot. Muallem bleef echter op zijn post en werd op de internationale bühne hét gezicht van het regime in Damascus. Al snel zou de situatie in Syrië zowel in binnen- als buitenland leiden tot een ongekende polarisatie. Er ontstonden twee kampen die nauwelijks nog door één deur konden.
Het opvallende was echter dat Muallem ook door de Syrische oppositie werd gerespecteerd. Hij werd erkend als een staatsman en de éminence grise van de Syrische politiek.
De dood van de bewindsman symboliseert het verdwijnen van een traditionele generatie politici en diplomaten die al voor het uitbreken van de burgeroorlog macht, aanzien en rijkdom had verworven. Zij hadden in economisch en financieel opzicht baat gehad bij de epidemische corruptie in Syrië, maar zij werden in het algemeen toch gezien als steunpilaren van de Syrische staat en economie.
Dit staat in schril contrast tot een nieuwe groep figuren die vooral de laatste jaren in de Syrische politiek opgang heeft gemaakt. Miljoenen Syriërs zijn na tien jaar burgeroorlog bijna letterlijk aan de bedelstraf geraakt, maar er zijn ook uitzonderingen. Het betreft hier zakenlieden die profiteren van de fnuikende economische sancties die Syrië werden opgelegd.
Net zoals eerder in bijvoorbeeld Irak en Iran, ontstond er een bloeiende zwarte markt die door een nieuwe en jongere generatie van ‘zakenlieden’ wordt gereguleerd. Niet zelden betreft het hier lieden die tot voor kort aan het hoofd stonden van wrede gewapende milities, die vooral naam hadden gemaakt met afpersing en ontvoeringen voor losgeld.
De dood van Muallem illustreert op een bepaalde manier de rijzende ster van deze nieuwe Syrische elite, die door veel Syriërs met oorlogsmisdaden wordt geassocieerd. De groeiende macht van deze militiecommandanten wordt alom gevreesd. Zij controleren plotseling de belangrijkste sectoren van wat er nog over is van de Syrische economie. Het regime in Damascus lijkt machteloos te staan en wordt in toenemende mate gegijzeld door deze vaak gewetenloze lieden.
De nieuwe elite heeft inmiddels ook haar opwachting in de Syrische politiek gemaakt. Dat bleek in juli, toen in Syrië parlementsverkiezingen werden gehouden. Veel Syriërs waren onaangenaam verrast toen in de stad Aleppo Hussam Qaterji een zetel wist te bemachtigen. Voor de Syrische burgeroorlog had nog nooit iemand van Qaterji gehoord. Hij kreeg echter bekendheid door het financieren van milities. Er wordt tevens gefluisterd dat hij rijk is geworden door oliehandel via Islamitische Staat.
De westerse sancties die bekende pro-regime zakenlieden treffen, versterken dit proces slechts. Ze maken de weg vrij voor onbekende personen die tijdens de oorlog schatrijk zijn geworden.