Column (Wim van Egdom): Stille kerstdagen
De laatste weken was het nogal eens te horen: „Ze hebben ons alles afgepakt.” Ik heb het dan níét over winkeliers die door de nieuwste coronamaatregelen nog dieper in de narigheid zijn geraakt. Nee, het gaat over mensen die zich beklagen over de regels die gelden rond de feestdagen. Want met Kerst mogen er maar enkele bezoekers worden ontvangen en met oud en nieuw is er een vuurwerkverbod.
Nu is er met kritiek op maatregelen die de regering heeft genomen in verband met de pandemie op zich niets mis. Om maar een voorbeeld te noemen: ook ik kon niet begrijpen dat een restaurant mét hotel tot dinsdag rond etenstijd vol mocht zitten met dinerende gasten, terwijl een restaurant 10 meter verderop zónder hotel dicht moest.
Maar die uitspraak over alles wat ons is afgepakt, irriteert me. Het is namelijk de klaagzang van verwende mensen die alles wat het normale leven verstoort, beschouwen als groot onrecht. Opvallend is trouwens dat het geklaag vooral komt van mensen die in hun omgeving niet met corona in aanraking zijn geweest of er beroepsmatig mee te maken hebben. De laatste groep smeekt de bevolking al maanden om de regels na te leven. En de eerste groep heeft wel andere zaken aan het hoofd. Die zijn of intens verdrietig omdat een geliefde hun ontviel, of in grote zorgen over iemand die ernstig ziek is, of hebben alle energie nodig om te werken aan herstel.
Feit blijft dat de feestdagen deze maand anders zullen zijn dan ze sinds decennia waren. De eerlijkheid gebiedt te zegen dat ik daar niet erg onder zal lijden, omdat de opgeklopte sfeer rond overvloedige kerstdiners niet aan mij is besteed. Dat heeft voor een deel met karakter te maken en voor een deel met opvoeding.
Bij ons thuis was eerste kerstdag een ‘zondag’ waarop je mocht autorijden en tweede kerstdag een ‘zaterdag’ met een kerkdienst. De maaltijden werden wat extra aangekleed en m’n moeder brandde naar hartenlust kaarsen. Als ze daar in het kader van vermeende wereldgelijkvormigheid op werd aangesproken, zei ze: „Ik brand het hele jaar kaarsen, dus ook met Kerst.” En daar was geen woord van gelogen.
Ja, het worden bijzondere en stille kerstdagen. Geen kerkdiensten met de hele gemeente, geen koorconcerten in een volgepakte kerk, geen massale samenzang van de bekende liederen.
Maar de essentie van het kerstfeest blijft, alle beperkingen ten spijt. Samengevat in de Naam van het Kind in de kribbe: Immanuël, God met ons.