Nederlanders hechten aan zekerheid
De retoriek van de vakbonden heeft zich vastgezet in het hoofd van veel Nederlanders. In 2020 is hard werken de norm, is het ieder voor zich en moeten de achterblijvers op een houtje bijten. Dat zijn zo hun verwachtingen, die het Sociaal en Cultureel Planbureau heeft opgetekend. Prof. dr. J. J. M. Theeuwes heeft weinig op met dit grijze vooruitzicht over arbeid en sociale zekerheid.
Nederlanders, valt op te maken uit het SCP-rapport, hebben weinig op met een prestatiemaatschappij waarin een vrije markt, meer economische groei en meer individuele welvaart domineren. De ideale situatie in 2020 kenmerkt zich in de ogen van de ondervraagden door „strenge regels, een grote mate van gelijkheid, veel onderlinge betrokkenheid en een hoog niveau van verdelende rechtvaardigheid.” Maar dat zit er volgens hen niet in.
„Mensen vrezen heel enge dingen. Toch is er niets uit het verleden dat daartoe aanleiding geeft”, zegt Theeuwes. De hoogleraar economie aan de Universiteit van Amsterdam, tevens lid van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR), is wars van dramatiek over de toekomstige arbeidsmarkt.
„Als we twintig jaar in de tijd terugkijken, rijst bij mij de vraag waarom we niet meer tevreden zijn. Eigenlijk zijn we kortzichtig. We zitten nu nog steeds met de kater van de klap die volgde op de heel goede jaren negentig. Dit zijn inderdaad geen leuke tijden. Maar als je rationeel kijkt naar de enorme veranderingen sinds de jaren tachtig, kijk je ook met andere ogen naar de toekomst. Dan ga je niet de huidige situatie op basis van gevoel doortrekken.”
Het overheersende toekomstbeeld is dat van een dynamische en flexibele arbeidsmarkt met grote variaties in arbeidsrelaties en loopbaanpatronen. Volgens het SCP is de arbeidsmarkt echter minder flexibel en meer traditioneel van aard dan wordt verondersteld. „De continuïteit op de arbeidsmarkt blijkt op het gebied van werktijden en beroepsniveau groot te zijn.”
We zullen wat langer aan het werk blijven, is de inschatting van Theeuwes. „Langzaamaan zal de pensioenleeftijd een paar jaar opschuiven. De invloed van wat elders in de wereld gebeurt, zal groter worden. De deelname van allochtonen aan het arbeidsproces zal toenemen. Zo zijn er meer tendensen te noemen. Al met al ben ik het met het SCP-rapport eens dat het wel meevalt. Zorgelijker vind ik het dat Nederlanders zo’n behoudzuchtige instelling hebben. Wat kun je verwachten van een bevolking die zo stug is!”
Negatiever dan over de arbeidsmarkt denken de Nederlanders over de sociale zekerheid in 2020. „De kloof tussen verwachtingen en wensen in de visie op de sociale zekerheid in 2020 is opvallend groot”, noteert het SCP-rapport. De verwachting is dat de sociale zekerheid aanzienlijk minder genereus zal zijn dan nu en mensen zich meer moeten bijverzekeren. „In overgrote meerderheid vindt men dat allemaal niet wenselijk, met uitzondering misschien van de verplichting om voor een uitkering te werken. De jongste generaties zijn wel wat optimistischer over de mogelijkheden om in 2020 van een uitkering rond te komen.”
Het SCP-rapport signaleert met zorg „dat de huidige burgers blijk geven van zo’n gehechtheid aan het bestaande stelsel. Waar in het beleid het accent sterk lijkt te liggen op de negatieve economische en sociale effecten van de regelingen, hebben de burgers misschien meer oog voor de positieve functies van de collectieve sociale zekerheid in het eigen leven.”
Theeuwes: „Mensen moeten eraan wennen dat het nemen van eigen verantwoordelijkheid weer nadruk krijgt. We gaan naar een minder zachtzinnige samenleving toe.” Dat betekent volgens hem wat anders dan een verharding. „Zeker, de prikkels komen weer terug. Zelfs met normale demografische ontwikkelingen kan het huidige stelsel niet overeind blijven. Maar een vader die eisen stelt, kan wel eens liefdevoller zijn dan iemand die zijn kinderen altijd verwent.”
Dit is het vierde deel van een serie artikelen naar aanleiding van het SCP-rapport ”In het zicht van de toekomst”. Morgen deel vijf.