De oppositie in Italië springt een gat in de lucht dat Barroso de stemming over de nieuwe Europese Commissie heeft uitgesteld. „Het is een prachtige dag voor Europa,” zei Nicola Zingarelli, europarlementariër voor Democraten van Links, de grootste oppositiepartij.

De regering reageert opmerkelijk terughoudend. In de ministerraad die woensdag werd gehouden zou volgens de deelnemers niet zijn gesproken over het eventueel terugtrekken van Rocco Buttiglione. Volgens het dagblad La Repubblica heeft premier Berlusconi op aandringen van Barroso echter Buttiglione gevraagd een stap terug te doen, maar zonder resultaat.

Toch lijkt het hoofd van Buttiglione op de guillotine te liggen. Zelfs zijn partijgenoot Luca Volonté sloot woensdag terugtrekking of verandering van portefeuille niet uit. Berlusconi preludeerde daarop door gistermiddag te zeggen dat uitstel „de beste oplossing” is.

Voor de regeringsgetrouwe krant Libero staat Buttigliones toekomst vast: „Buttiglione gaat naar huis. Akkoord, zou men kunnen zeggen.”

Zowel links als rechts is het erover eens dat de zaak-Buttiglione schadelijk is voor Italië. Maar de interpretaties zijn verschillend. „De enige verliezer is de Italiaanse regering,” zegt Ottaviano Del Turco, voormalig socialistisch minister van Financiën. „Een zwarte dag voor ons land,” meent Enrico Gasbarra, president van de provincie Rome, waar morgen de Europese grondwet wordt getekend.

Volgens Franco Grillini, parlementariër voor Democraten van Links en homoseksueel, passen alle puzzelstukjes in elkaar. „Buttiglione is geen incident. Hij is een product van het machismo en de discriminerende cultuur die overheerst in de regering-Berlusconi. Het is geen toeval dat Italië ongeveer het enige Europese land is dat niet de rechten van samenwonenden erkent.”

De regeringspartijen zijn woedend op hun linkse collega’s in het Europees Parlement. „Nadat centrumlinks de afgelopen weken een beschamende anti-Italiaanse campagne heeft georkestreerd, heeft het nu zijn masker laten vallen en al zijn wrok tegen Berlusconi getoond,” zei Andrea Leoni, een parlementariër van Forza Italia, de partij van Silvio Berlusconi.

Het dagblad Il Messaggero schreef vanochtend: „Aan wie zal de rekening worden gepresenteerd? Er is niet veel analyserend vermogen voor nodig om te begrijpen dat Italië de eerste zal zijn. Het is ons land dat in deze enorme val is gestapt door Buttiglione aan te wijzen.”

De enige die vanuit het Vaticaan heeft gereageerd is monseigneur Aldo Giordano, secretaris-generaal van de Raad van de Europese Bisschoppenconferenties. „Een definitieve afwijzing van Buttiglione zou het signaal afgeven dat Europa geen ideaal heeft en niet de capaciteit heeft om begrip op te brengen, maar in plaats daarvan tegenstellingen op te werpen,” zei Giordano voor Radio Vaticaan.