Op de foto met Israëliër ligt gevoelig in Egypte
Er heerst officieel vrede tussen Israël en Egypte. Maar op de foto gaan met een Israëlische beroemdheid kan je als Egyptenaar toch duur komen te staan.
Het lijken volstrekt onschuldige plaatjes. Op de ene afbeelding omhelst de gevierde Egyptische zanger Mohammed Ramadan de Israëlische artiest Omer Adam op een feestje in Dubai. Op de andere foto staat hij samen met de Israëlische voetballer Diaa Saba. Gekiekt door een journalist uit de Verenigde Arabische Emiraten. Dat laatste is saillant, omdat Israël en de Golfstaat eerder dit jaar besloten hun betrekkingen te normaliseren.
In Egypte vonden ze die taferelen heel wat minder onschuldig. Vooral nadat de foto’s op de officiële Arabischtalige Facebook- en Twitter-accounts van de staat Israël waren verschenen. Ook het bijschrift ”Kunst brengt ons samen” kon critici in het Arabische land niet bepaald bekoren. De gemoederen liepen helemaal hoog op toen rond dezelfde tijd een filmpje opdook waarop is te zien hoe mensen op hetzelfde feestje in Dubai dansen op het Joodse volksliedje ”Hava Nagila Hava”.
Vijand
De reacties op sociale media waren niet mals. Ramadan heult met de zionisten, was nog zo’n beetje het mildste verwijt dat over de zanger werd uitgestort. Egypte en Israël mogen dan sinds 1979 een officieel vredesakkoord hebben, de Egyptische man-in-de-straat beschouwt de Joden veelal nog als vijand.
Dat bleek ook uit de reacties van officiële zijde. Parlementariër Mustafa Bakry liet op Twitter weten: „Mohammed Ramadan, de Egyptische topartiest, omhelst een zionistische zanger en verliest daardoor zijn oprechte Arabische publiek. Wat een verlies.” En in een persoonlijke boodschap aan Ramadan tweette Bakry, met verwijzing naar het lot van de Palestijnen: „Wist je niet dat er een Arabisch volk is dat van zijn land is verjaagd, dat zijn land is bezet en dat zijn heiligdommen zijn ontheiligd?”
Het bleef echter niet bij woorden. De Egyptische artiestenvakbond schortte het lidmaatschap van Ramadan op. En advocaat Tareq Mahmud diende een aanklacht tegen de zanger in wegens „belediging van het Egyptische volk.” Zaterdag buigt de rechtbank in Caïro zich in eerste aanleg over de zaak.
Reputatie
Het is onduidelijk of de zaak enige kans van slagen heeft. Egypte heeft echter een twijfelachtige reputatie als het gaat om veroordelingen wegens belediging. Doorgaans gaat het dan om vermeende strafbare uitlatingen richting de islam, de rechterlijke macht of het militaire apparaat. Daar zijn in het verleden forse gevangenisstraffen voor uitgedeeld. Mensenrechtenorganisaties hebben bij herhaling hun zorg daarover uitgesproken, omdat het in hun ogen ging om pogingen critici en politieke tegenstanders van het Egyptische regime monddood te maken.
Ramadan zelf probeerde alle ophef enigszins te dempen. „Ik weet de nationaliteit niet van iedereen met wie ik op de foto ga – en ik vraag er ook niet naar”, verklaarde hij kort na de publicatie van de gewraakte beelden. „Iedereen kan met me op de foto, als het een humaan persoon is. Ik hoef niet te weten uit welk land iemand komt, zolang ze dat zelf niet zeggen.”
Later plaatste hij een filmpje waarop hij –ook in Dubai– met een Palestijnse man poseert en zijn „groeten aan het Palestijnse broedervolk” overbrengt.
Zijn pogingen om de onrust weg te nemen, lijken tot nu toe aan dovemansoren gericht. De grote vraag is wat de rechter van de aantijgingen vindt.
Veroordeeld
Overigens is het niet de eerste keer dat Ramadan voor de rechter staat. In juli werd hij veroordeeld nadat hij een video op internet had geplaatst waarin hij was te zien in de cockpit van een privéjet tijdens een vlucht naar de Saudische hoofdstad Riyad. Ramadan zat in de stoel van de copiloot, terwijl het toestel op de automatische besturing vloog. Dat is op grond van luchtvaartvoorschriften ter voorkoming van terrorisme ten strengste verboden.
Na onderzoek door de Egyptische luchtvaartautoriteiten werd de gezagvoerder ontslagen. Hij spande echter een rechtszaak tegen de zanger aan omdat hij zijn reputatie had geschaad door het filmpje online te zetten.