Japan kiest liever voor de natie en de baas dan de kerk
Japan is een modern Aziatisch land, maar het christendom komt maar niet van de grond, zegt dr. Surya Harefa. „Het heeft van het Westen de technologie omarmd, maar het geloof vervangen door loyaliteit aan de natie en de baas.”
Dr. Harefa promoveerde woensdag in Kampen op ”A Free Church in a Free State”, waarin hij het gedachtegoed van Abraham Kuyper over de kerk als instituut en organisme toepast op Japan. Dit onderscheid maakt het mogelijk om lid van het instituut kerk te zijn en tegelijkertijd –via eigen organisaties– politiek actief te worden in de samenleving.
Harefa is een Indonesiër, geboren in Jakarta. Hij studeerde theologie in Tokio, Jakarta en Kampen (eenjarige master). Samen met zijn Japanse vrouw en twee kinderen gaat hij eind deze maand weer terug naar Japan als voorganger en theologisch docent.
Isolement
Harefa is bezorgd over het isolement van veel christenen in Japan. „Ze trekken zich terug in eigen kerkelijke kring en oefenen daarom geen invloed uit op de samenleving. Ze hechten, evenals Japanners in het algemeen, veel aan de binding aan hun eigen groep. Zij zien daardoor hun eigen gemeente als een familie en de andere kerken als outsiders. Het positieve is dat ze, hoe klein ze doorgaans ook zijn, altijd een gebouw en vaste voorganger kunnen onderhouden. Maar de negatieve zijde is dat zij moeilijk kunnen samenwerken met andere gemeenten, zelfs binnen hun eigen denominatie niet.”
Waarom is samenwerking zo belangrijk?
„Omdat de vele maatschappelijke problemen in Japan zo complex zijn dat ze de capaciteit van individuele personen te boven gaan. Ik denk aan ”workaholisme”, dat al geleid heeft tot een belangrijke doodsoorzaak: ”karoshi”, dood als gevolg van te veel werken. Veel Japanners hangen de ideologie van het ”messhi hoko” aan: jezelf wegcijferen ter wille van het land. Het is juist deze ideologie die de wortel is van veel maatschappelijke problemen.”
Er is geen invloed van de kerk op het publieke leven in Japan?
„Nauwelijks. In het begin verwelkomde Japan de westerse technologie samen met het christendom. Daardoor kreeg het christendom een duidelijke impact op de Japanse samenleving. Er kwamen veel christelijke scholen, universiteiten en ziekenhuizen. Maar deze instellingen verbraken hun relaties met de kerken, die daar nog nauwelijks invloed hebben. Kerken zijn nu verdeeld in twee kampen: óf zij richten zich alleen op maatschappelijke activiteiten en worden daarom gekritiseerd dat zij het Evangelie vervangen door sociale actie, óf zij concentreren zich alleen op binnenkerkelijke kwesties en missen daarmee het contact met de samenleving. Kuyper kan ons uit dit dilemma bevrijden met zijn christelijke wereldbeschouwing waarin het persoonlijke en het maatschappelijke met elkaar verbonden zijn.”
U bepleit een positieve visie op de overheid. Is daar ruimte voor?
„Dat blijft erg lastig. Christenen lijden in Japan aan een dubbel trauma: de vervolging die meer dan tweehonderd jaar duurde in de vroegmoderne periode en de verdrukking tijdens de keizerlijke periode in de vorige eeuw. De Japanse overheid probeerde steeds om religie voor haar eigen doeleinden te gebruiken. Dat gebeurde bij het boeddhisme en nu bij eigentijdse shintorituelen, waarin staat en natie vereerd worden. De macht van de staat blijft in dit alles onaangetast, maar is nu veel subtieler en onweerstaanbaarder.”